Let op
De assistent voor manoeuvres met aanhang-
wagen wordt automatisch uitgeschakeld na
ongeveer 10 minuten sinds de activering. De
assistent wordt ook uitgeschakeld indien de
bestuurder geen actie onderneemt binnen
ongeveer 3 minuten.
Vereisten
Voor de werking van de assist voor manoeuvres
met aanhangwagen gelden de volgende ver-
eisten:
●
De motor draait.
●
De ESC is ingeschakeld.
●
Het bestuurdersportier en de achterklep zijn
gesloten.
●
De buitenspiegels zijn niet ingeklapt.
●
Er is een aanhangwagen met één of twee
niet-gelede assen aangekoppeld en elektrisch
verbonden.
●
De wagen en de aanhangwagen samen
staan stil.
●
De maximale buigingshoek is niet overschre-
den.
●
De lengte van de dissel van de aanhangwa-
gen werd bepaald.
Assistent voor manoeuvres met aanhangwagen (Trailer Assist)
Parkeren en manoeuvreren
De lengte van de dissel van de aanhangwa-
gen bepalen
De assistent voor manoeuvres met aanhang-
wagen kan de lengte van de dissel van de
aanhangwagen bepalen met een aantal draai-
manoeuvres of bochttrajecten. Hoe nauwkeu-
riger de lengte van de dissel wordt bepaald,
hoe grotere hoeken beschikbaar zijn om te ma-
noeuvreren. De assistent verdeelt de maximaal
beschikbare eindaanslagen van de hoekindica-
tor in vier niveaus: ca. 30°, 45°, 60° en 75°.
Let op
Om technische redenen kan de assistent
niet altijd de aanhangwagens met led-ach-
terlichten correct detecteren.
Bedienen
Afb. 172
Draaiknop van de buitenspiegels:
hoek van de aanhangwagen instellen.
Afb. 173
Scherm van het instrumentenpaneel:
achteruitrijden.
›››
›››
Legenda van
afb. 172
,
afb.
Draaiknop van de buitenspiegels
1
Oriëntatie van de aanhangwagen naar
2
links
Oriëntatie van de aanhangwagen naar
3
rechts
De wagen in de richting van de trekhaak
4
bewegen.
Werkelijke positie van de aanhangwagen
5
Doelpositie van de aanhangwagen
6
Nulpositie van de hoekindicator
7
De wagen met aanhangwagen bedienen
Er moet voldaan zijn aan de voorwaarden van
›››
het systeem
pag.
247.
●
Schakel de achteruitversnelling in.
●
Druk op de toets
.
173:
247