Als de aanhangwagenstabilisator vaststelt dat
de aanhangwagen slingert, grijpt hij in om het
slingeren te verminderen.
Vereisten voor de aanhangwagenstabilisa-
tor
●
De wagen is af fabriek uitgerust met een
trekhaak of werd achteraf voorzien van een
compatibele trekhaak.
●
De ESC en TCS zijn actief. Op het instrumen-
tenpaneel brandt het controlelampje
niet.
●
De aanhangwagen is aangesloten op het
trekkende voertuig met het stopcontact voor
aanhangwagen.
●
U rijdt sneller dan ca. 60 km/u (37 mpu).
●
De maximaal toegestane disselkogeldruk
wordt niet overschreden.
●
De aanhangwagen heeft een starre dissel.
●
Als de aanhangwagen een rem heeft, moet
die zijn uitgerust met een mechanische oploop-
rem.
Rijden met aanhangwagen
Bagage opbergen
WAARSCHUWING
De hogere veiligheid die de aanhangwagen-
stabilisator biedt mag nooit aanleiding zijn
tot het nemen van grotere risico's.
●
De snelheid en de rijstijl aanpassen aan
het zicht, het weer, het wegdek en het ver-
keer.
●
Voorzichtig accelereren wanneer het weg-
dek glad is.
●
Wanneer een systeem aan het regelen is,
of
stoppen met accelereren.
WAARSCHUWING
De aanhangwagenstabilisator kan mogelijk
niet alle rijsituaties correct inschatten.
●
Wanneer de ESC is uitgeschakeld,
is ook de aanhangwagenstabilisator uitge-
schakeld.
●
De stabilisator detecteert niet altijd de
lichte aanhangwagens, dus worden ze in
dergelijke gevallen niet gestabiliseerd.
●
Wanneer u rijdt over een wegdek met wei-
nig grip, kan de aanhangwagen zelfs met de
stabilisator knikken.
●
Aanhangwagens met hoog zwaartepunt
kunnen kantelen zonder eerst te slingeren.
●
Als er geen aanhangwagen aangekoppeld
is maar wel een steker op het stopcontact
aangesloten is (bijv. als er een fietsenrek met
verlichting aan hangt), kan de wagen onder
extreme rijomstandigheden plotseling auto-
matisch gaan remmen.
Trekhaak met elektrische ontgrende-
ling
Afb. 210
Aan de rechterzijde van de
bagageruimte: toets voor het ontgrendelen van
de trekhaak.
De trekhaak voor de aanhangwagen bevindt
zich in de bumper. De trekhaak met elektrische
ontgrendeling kan niet uitgebouwd worden.
Er mogen zich geen personen, dieren of voor-
werpen in de baan van de trekhaak bevin-
›››
den
.
De trekhaak ontgrendelen en verwijderen
●
Wagen tot stilstand brengen en de elektroni-
›››
sche parkeerrem inschakelen
●
Motor uitzetten.
●
Achterklep openen.
pag.
221.
327