Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschrijving Van Het Inparkeersysteem - Seat Tarraco 2022 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Bij het schoonmaken met hogedrukreini-
gers of dampstralers om de ultrasoonsenso-
ren te reinigen, alleen kort direct sproeien en
altijd een afstand van meer dan 10 cm aan-
houden.
Een kentekenplaat of kentekenplaathouder
voor- of achteraan met afmetingen die gro-
ter zijn dan de opening voor de kenteken-
plaat, of een gebogen of vervormde kente-
kenplaat kan ertoe leiden dat:
er verkeerde detecties plaatsvinden.
de sensoren zicht verliezen.
het parkeermanoeuvre wordt geannu-
leerd of het systeem slecht parkeert.
Indien een van de ultrasoonsensoren de-
fect raakt, wordt de overeenkomstige zone
van deze sensorengroep (vooraan of achter-
aan) uitgeschakeld en kan ze niet worden
geactiveerd tot de storing is verholpen. De
sensoren van de andere bumper kunnen dan
nog steeds op normale wijze gebruikt wor-
den. Indien er een storing is in het systeem,
wordt het aanbevolen om naar een gespeci-
aliseerde werkplaats te gaan. SEAT raadt u
aan om daarvoor een SEAT-dealer te raad-
plegen.
232
Parkeren en manoeuvreren
Let op
● Om een degelijke werking van het systeem
te garanderen, houdt u de ultrasoonsensoren
schoon, ijs- en sneeuwvrij, plakt u er niets op
en bedekt u ze ook niet.
● Door bepaalde geluidsbronnen, zoals hob-
belig asfalt of straatstenen, en het lawaai
van andere voertuigen kan het inparkeersys-
teem of de ParkPilot verkeerde waarschu-
wingen afgeven. De aanwezigheid van meta-
len voorwerpen kan ook het manoeuvre hin-
deren.
● Om vertrouwd te raken met het systeem en
zijn functies, beveelt SEAT aan om te oefenen
met de bediening van het systeem op een
plaats met weinig verkeer of in een parking.
Beschrijving van het inparkeersys-
teem
Afb. 161 
In de middenconsole: toets om het
inparkeersysteem in te schakelen.
De onderdelen van het inparkeersysteem zijn
de ultrasoonsensoren in de voor- en achter-
bumper, de toets
om het systeem in en uit te
schakelen, en de aanwijzingen op het scherm
van het instrumentenpaneel.
Vereiste voorwaarden om in te parkeren
De tractiecontrole (TCS) moet ingeschakeld
››› 
zijn
pag.
186.
Snelheid bij het passeren van de parkeer-
plaats (recht parkeren): niet hoger dan onge-
veer 40 km/u (25 mpu).
Snelheid bij het passeren van de parkeer-
plaats (schuin parkeren): niet hoger dan onge-
veer 20 km/u (12 mpu).
Een afstand tussen 0,5 en 2,0 meter aan-
houden bij het passeren van de parkeerplaats.
Lengte van de parkeerplaats (recht parke-
ren): lengte van de wagen + 0,8 meter.
Breedte van de parkeerplaats (schuin parke-
ren): breedte van de wagen + 0,8 meter.
Niet sneller rijden dan ca. 7 km/u (4 mpu) bij
het inparkeren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave