Indicatie gordels omgegespt
Gaat rood branden
De bestuurder of bijrijder heeft de veilig-
heidsgordel niet om.
Het controlelampje
gaat branden om u eraan
te herinneren dat de veiligheidsgordel moet
worden vastgemaakt.
Voordat u gaat rijden:
●
Steeds de veiligheidsgordel juist omgespen.
●
Uw bijrijders er ook op wijzen de veiligheids-
gordel juist om te gespen voordat u gaat rijden.
●
Vervoer kinderen in een geschikt kinderzitje
dat in overeenstemming is met de grootte en de
›››
leeftijd van het kind
pag.
59.
Als men begint te rijden met een snelheid bo-
ven 25 km/u (15 mpu) zonder dat de bestuur-
der of bijrijder zijn veiligheidsgordel heeft vast-
gegespt, of indien men de gordels losmaakt tij-
dens het rijden, klinkt gedurende enkele secon-
den een akoestisch signaal. Bovendien knippert
het waarschuwingslampje
op het scherm van
het instrumentenpaneel.
Het controlelampje
gaat uit als de bestuurder
en de bijrijder hun gordel bij ingeschakeld con-
tact vastgespen.
Veiligheidsgordels
Veiligheid
Indicatie gordels omgegespt voor de zit-
plaatsen achterin
Afb. 22
Instrumentenpaneel: indicatie van
de staat van de veiligheidsgordels voor de
zitplaatsen achterin.
Bij het inschakelen van het contact, informeert
›››
de gordelstatusindicator
afb. 22
stuurder op het instrumentenpaneel of de in-
zittenden op de zitplaatsen achterin de over-
eenstemmende veiligheidsgordel hebben om-
gegespt.
Naargelang de bezetting van de stoelen en de
staat van de gordels gaan de volgende symbo-
len in verschillende kleuren branden:
Het witte symbool geeft aan dat de over-
eenkomstige plaats niet bezet is.
Het groene symbool geeft aan dat de
plaats bezet is en de passagier zijn/haar
veiligheidsgordel heeft omgedaan.
Het rode symbool geeft aan dat de plaats
bezet is en de passagier zijn/haar veilig-
heidsgordel niet heeft omgedaan.
Indien een persoon op de achterbank zijn/
haar gordel losmaakt tijdens het rijden, gaat
het symbool
permanent rood branden voor
die zitplaats. Bovendien knippert het waarschu-
wingslampje rood
strumentenpaneel. Als u sneller dan ongeveer
25 km/u (15 mpu) rijdt, klikt ook een geluidssig-
naal gedurende enkele seconden.
Indien tijdens het rijden op een van de zitplaat-
sen achterin een veiligheidsgordel wordt omge-
gespt of losgemaakt, dan wordt de gordelsta-
tus aangeduid gedurende ca. 30 seconden.
Frontale aanrijdingen en natuurkun-
de be-
dige wetten
Afb. 23
De niet-vastgegespte bestuurder
vliegt naar voren.
op het scherm van het in-
45