Na het verbinden van de 12 volt-accu en het
inschakelen van het contact kunnen een aantal
controlelampjes gaan branden. Deze lampjes
gaan uit nadat u een kort traject hebt afgelegd
met een snelheid tussen ca. 15 en 20 km/u (10
en 12 mpu). Indien de lampjes niet uitgaan, laat
de wagen dan nakijken in een gespecialiseerde
werkplaats.
Indien de 12 volt-accu langere tijd is losgekop-
peld, wordt wellicht niet juist aangegeven of
berekend wanneer de volgende onderhouds-
›››
beurt moet plaatsvinden
pag.
dat geval aan de maximaal toegestane onder-
›››
houdsintervallen
pag.
391.
Wagens met sluit- en startsysteem zonder sleu-
›››
tel "Keyless Access"
pag.
89: Indien het
contact niet kan worden ingeschakeld na het
verbinden van de 12 volt-accu, moet u de wa-
gen van buitenaf ver- en ontgrendelen. Probeer
daarna opnieuw het contact in te schakelen.
Als de band te sterk beschadigd is, roep dan de
hulp van de specialist in.
WAARSCHUWING
Indien de 12 volt-accu verkeerd wordt vast-
gemaakt of niet-geschikte accu's worden
gebruikt, kunnen er zich kortsluitingen, brand
en ernstige letsels voordoen.
●
Gebruik enkel 12 volt-accu's zonder onder-
houd, met bescherming tegen lekken en met
dezelfde eigenschappen, specificaties en af-
metingen als de af fabriek ingebouwde accu.
Controleren en bijvullen
WAARSCHUWING
Als de 12 volt-accu wordt geladen, ontstaat
een licht ontvlambaar knalgas.
●
Laad de 12 volt-accu enkel op een goed
geventileerde plaats op.
●
Laad nooit een bevroren of ontdooide 12
volt-accu op. Een lege accu kan al bij tempe-
raturen rond 0 °C (+32 °F) bevriezen.
●
Indien de 12 volt-accu bevroren is, moet u
hem zo snel mogelijk laten vervangen.
17. Houd u in
●
Indien de kabels verkeerd worden verbon-
den met de polen, kan er een kortsluiting op-
treden. Sluit eerst de pluskabel aan en dan
de minkabel.
LET OP
●
De 12 volt-accu mag niet worden verbon-
den of losgekoppeld wanneer het contact
is ingeschakeld of de motor draait. U mag
ook nooit een 12 volt-accu gebruiken die niet
voldoet aan de specificaties. Het elektrische
systeem of bepaalde elektronische compo-
nenten kunnen beschadigd raken en er kun-
nen zich storingen voordoen aan elektrische
functies.
●
Er mogen nooit accessoires voor extra
stroomvoorziening, zoals zonnepanelen of
acculaders, aangesloten worden op het 12V-
stopcontact om de 12V-accu op te laden.
Anders kan het elektrische systeem van de
wagen beschadigd raken.
12 volt-accu
Milieu-aanwijzing
● De accu kan giftige stoffen zoals zwavel-
zuur en lood bevatten. Verwijder de 12 volt-
accu volgens de wettelijke bepalingen.
● Accuzuur kan het milieu vervuilen. Indien
een bedrijfsvloeistof vrijkomt, vang ze dan op
en verwijder ze op correcte wijze.
Oplossing van problemen
Storing in dynamo
Enkel geldig voor: conventionele wagens.
Het controlelampje gaat ROOD branden.
De accu van de wagen wordt niet langer
opgeladen met de dynamo. U moet direct
de dichtstbijzijnde gespecialiseerde werkplaats
opzoeken.
Omdat de accu zich geleidelijk ontlaadt, alle
niet noodzakelijke elektrische apparatuur uit-
schakelen.
12 volt-accu
Het controlelampje gaat ROOD branden. Het
volgende bericht verschijnt:
Storing: 12V-accu wordt niet gela-
den. Wagen veilig stoppen!
369