Inhoudsopgave
Advertenties
●
Vul zo nodig opnieuw een beetje olie bij.
●
Wanneer het oliepeil minimaal het gebied
›››
afb. 241
bereikt heeft, draait u de dop
B
van de vulmond voorzichtig vast
›››
Motoroliespecificatie
pag.
362.
WAARSCHUWING
Werkzaamheden aan de motor of in de mo-
torruimte dienen met de nodige voorzichtig-
heid uitgevoerd te worden.
●
Let vóór alle werkzaamheden in het
motorcompartiment op de waarschuwingen
›››
pag. 354
.
WAARSCHUWING
Olie kan gemakkelijk branden! Wanneer u
olie bijvult, mag er geen olie op hete motor-
delen komen.
LET OP
Als het oliepeil zich boven het gebied
vindt, de motor niet starten. Dit kan schade
aan de motor en de katalysator tot gevolg
hebben. Een Technische Dienst raadplegen.
Milieu-aanwijzing
Het oliepeil mag in geen geval boven het ge-
bied
liggen. Anders kan olie via de carte-
A
rontluchting worden aangezogen en door de
uitlaat in de atmosfeer komen.
Controleren en bijvullen
Let op
Alvorens een lange reis te gaan maken, ad-
viseren wij u voor vertrek motorolie met de
›››
.
overeenkomstige VW specificatie te kopen
en in uw wagen mee te nemen. Zo beschikt u
altijd over de juiste motorolie om bij te vullen
indien dit nodig mocht zijn.
Motorolie verversen
Wij adviseren u daarom om de motorolie bij een
Technische Dienst te laten verversen.
WAARSCHUWING
Motorolie alleen zelf verversen, wanneer u
over de noodzakelijke vakkennis beschikt!
●
Voordat u de motorkap opent, eerst de
waarschuwingen lezen en opvolgen
354
.
●
Motor eerst laten afkoelen. Hete olie kan
brandwonden veroorzaken.
●
Een beschermende bril dragen - gevaar
be-
A
door etsende werking van oliespetters.
●
Uw arm horizontaal houden, als u de olie-
aftapplug met de hand losdraait, zodat de
eruit lopende olie niet langs uw arm naar be-
neden kan lopen.
●
Als uw huid met motorolie in contact is ge-
komen, dan dient u uw huid vervolgens gron-
dig te wassen.
●
Olie is giftig! Oude olie buiten het bereik
van kinderen bewaren.
Motorolie
›››
pag.
LET OP
Geen extra smeermiddel aan de motorolie
toevoegen. De motor kan hiervan schade on-
dervinden. Schade die door zulke middelen
ontstaat, valt niet onder de garantie.
Milieu-aanwijzing
● Wij adviseren u de motorolie en het oliefil-
ter bij een Technische Dienst te laten vervan-
gen.
● In geen geval mag olie in de riolering of in
de grond terechtkomen.
● Voor het opvangen van de afgewerkte olie
een hiervoor bestemde bak gebruiken die de
gehele oliehoeveelheid van uw motor kan
opvangen.
Oplossing van problemen
Motoroliedruk te laag
Het controlelampje gaat rood branden.
Rijd niet verder! Motor uitzetten. Controleer
het motoroliepeil.
●
Knippert het lampje
en klinken daarbij
drie waarschuwingssignalen, de motor afzet-
ten en het oliepeil controleren. Zo nodig olie
›››
bijvullen
pag.
364.
●
Als het symbool
knippert, hoewel het olie-
peil in orde is, niet verder rijden. De motor mag
ook niet stationair draaien. Roep de hulp in van
een professional.
365
Advertenties
Inhoudsopgave
