●
Het heupgedeelte van de veiligheidsgordel
moet vóór het bekken lopen en nooit over de
buik.
●
Plaats de gordel steeds vlak en strak over het
lichaam. Trek zo nodig lichtjes aan de gordel-
band.
In het geval van zwangere vrouwen moet de
veiligheidsgordel uniform over de borstkas en
zo laag mogelijk over het bekken lopen, met
vlakke band zodat de gordel niet drukt op de
buik. De veiligheidsgordel moet gedurende de
volledige zwangerschapsperiode worden ge-
›››
bruikt
afb.
28.
Gordelverloop aanpassen aan de lichaams-
lengte
Het verloop van de gordelband kan aangepast
worden met de volgende uitvoeringen:
●
Gordels van de voorstoelen met hoogtever-
stelling.
●
In hoogte verstelbare voorstoelen.
WAARSCHUWING
Een verkeerd gordelverloop kan bij een on-
geval ernstig of zelfs dodelijk letsel veroor-
zaken.
●
Het schoudergedeelte van de gordel moet
over het midden van de schouder lopen en
nooit over de hals of onder de arm.
●
De veiligheidsgordel moet vlak en vast op
het bovenlichaam liggen.
48
Veiligheid
●
Het heupgedeelte van de veiligheidsgordel
moet vóór het bekken lopen en nooit over de
buik. De veiligheidsgordel moet vlak en vast
op het bekken liggen. Trek zo nodig lichtjes
aan de gordelband.
●
In het geval van zwangere vrouwen moet
de veiligheidsgordel zo laag mogelijk en vlak
over het bekken en "rond" de buik lopen
›››
afb. 28
.
●
Verdraai de gordelband niet tijdens het
dragen.
●
Verwijder de veiligheidsgordel nooit van
het lichaam met de hand na juiste plaatsing.
●
Laat de gordelband niet over harde of
breekbare voorwerpen lopen, zoals brillen,
balpennen of sleutels.
●
Wijzig het gordelverloop nooit met gordel-
klemmen, bevestigingsogen en dergelijke.
Let op
Degenen voor wie wegens hun lichaams-
bouw, de optimale positie van de gordelband
niet verwezenlijkt kan worden, moeten infor-
meren bij een gespecialiseerde werkplaats
over mogelijke speciale inrichtingen om de
maximale bescherming van de gordel en de
airbag mogelijk te maken. SEAT raadt u aan
de Technische Dienst te raadplegen.
Gordelhoogteverstelling
Afb. 29
Naast de voorstoelen:
gordelhoogteverstelling.
Met behulp van de gordelhoogteverstellingen
van de voorstoelen en de buitenste zitplaatsen
van de tweede zitrij, kan het gordelverloop in
de schouderzone aangepast worden aan de
hoogte van de inzittenden voor het juist omges-
pen ervan:
●
Houd de geleidingsinrichting ingedrukt in de
›››
richting van de pijl
afb.
29.
●
Verplaats de geleidingsinrichting naar boven
of onderen tot de veiligheidsgordel over het
›››
midden van de schouder loopt
●
Laat de geleidingsinrichting los.
●
Trek met een stevige ruk aan de gordel om te
controleren of de inrichting goed vastgeklikt is.
pag.
47.