Indicatie in de buitenspiegel
Het controlelampje informeert aan de overeen-
komstige zijde over de verkeerssituatie achter
de wagen indien die kritiek geacht wordt. Het
linker controlelampje informeert over de ver-
keerssituatie achteraan aan de linkerzijde van
de wagen, het rechter controlelampje over de
situatie aan de rechterzijde.
Bij gekleurde ruiten of ruiten met achteraf ge-
monteerde gekleurde folie is het mogelijk dat
de indicaties van de buitenspiegel niet duidelijk
worden opgemerkt.
Houd de buitenspiegels schoon, zonder sneeuw
of ijs, en dek ze niet af met stickers e.d.
Springt aan
Gaat eenmaal kort branden: de rijstrookwisselas-
sistent is geactiveerd en klaar om te werken, bijv.
bij activering van het systeem.
Gaat continu branden: de rijstrookwisselassistent
detecteert een voertuig in de dode hoek.
Knippert
Er is een voertuig gedetecteerd op de aangren-
zende rijstrook en bovendien is het knipperlicht
bediend in de richting van dat voertuig.
218
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Knippert
In wagens die ook zijn uitgerust met de rijstrookbe-
›››
houdassistent
pag.
209, wordt de bestuurder
ook bij het niet bedienen van het knipperlicht ge-
waarschuwd indien hij/zij de rijstrook verlaat (rijst-
rookwisselassistent "Plus").
De lampjes gaan branden wanneer het contact
wordt ingeschakeld en moeten na circa 2 se-
conden weer uitgaan, wat overeenkomt met de
duur van de functiecontrole.
Is er geen indicatie door het controlelampje van
de rijstrookwisselhulp, dan betekent dit dat het
systeem op dat moment geen enkel voertuig
detecteert in de omgeving achteraan.
Wanneer de buitenverlichting zwak is, wordt de
intensiteit waarmee de controlelampjes gaan
branden gedempt. De gebruiker kan de inten-
siteit van de controlelampjes instellen met 5
niveaus in het menu van het infotainmentsys-
teem.
Rijstrookwisselassistent Plus
De functie van rijstrookwisselassistent Plus
wordt uitgevoerd door activering van de func-
ties van rijstrookbehoudassistent (Lane As-
›››
sist)
pag. 209
en rijstrookwisselassistent
(Side Assist). In dit geval worden de functies
als volgt uitgebreid.
Bij een mogelijk kritieke situatie wanneer de be-
stuurder een manoeuvre start om van rijstrook
te wisselen:
●
Het controlelampje knippert aan de overeen-
komstige zijde, zelfs als het knipperlicht niet
werd ingeschakeld.
●
Het stuur trilt om de bestuurder te wijzigen op
het botsingsgevaar.
●
Er wordt een corrigerend draaikoppel toege-
past in de richting om de auto terug naar zijn
rijstrook te brengen.
Rijsituaties
Afb. 152
Schematische weergave:
met verkeer aan de achterzijde.
de rijstrookwisselassistent aan de linkerzijde.
Inhalen
Indicatie van