Luchtcirculatie
›››
pag. 146
Stoelverwarming
›››
pag. 146
Uitschakelen
Druk op de toets
of zet de ventilator hand-
matig op .
Instellingen voor klimatisering in het
infotainmentsysteem
De instellingen voor klimatisering in het infotain-
mentsysteem zijn beschikbaar in de Climatro-
nic. Sommige functies zijn afhankelijk van de
wagenuitrusting.
Menu Klimaatregeling openen
●
Druk op de toets
van het bedieningspa-
neel van de Climatronic.
Aan de bovenzijde van het scherm worden de
actuele instellingen voor de klimatisering ge-
toond. Onderaan staan de vaakst gebruikte
functietoetsen van de klimatisering.
Werkingsmodi van de airconditioning
De werkingsmodi van de airconditioning wor-
den aangegeven met kleuren:
1)
Geldig voor de bediening van de klimatisering voor- en achterin.
Verwarming, ventilatie en koeling
Airconditioning
●
Blauw: koeling
●
Rood: verwarming.
Submenu van algemene instellingen
Stelt de volgende functies in:
●
Automatische werking van de luchtcirculatie
›››
pag.
146.
●
Automatische voorruitverwarming
148.
Submenu van vorige instellingen
Stelt de automatische en handmatige werking
van het koelsysteem in, of schakelt de aircondi-
tioning uit.
Klimatiseringsprofielen
Het ventilatorvermogen instellen in automati-
sche regeling
1)
.
Bedieningselementen achterin
›››
pag.
Afb. 114
Achteraan in de middenconsole:
bedieningsknoppen voor de Climatronic-
temperatuur van de achterstoelen.
Temperatuur instellen
●
Met de toetsen
temperatuur achterin aangepast.
Temperatuur instellen in het infotainmentsys-
teem
●
Open de instellingen voor klimatisering in het
infotainmentsysteem.
●
Druk op de functietoets voor de achterbank.
●
Druk op de functietoetsen om de temperatuur
in te stellen.
Let op
Wanneer de functietoets
het infotainmentsysteem, werken de bedie-
ningselementen achterin niet.
›››
en
afb. 114
wordt de
1
2
geactiveerd is in
145