Automatische inschakeling
De voorruitverwarming wordt automatisch in-
geschakeld wanneer een ruit het risico loopt
aan te dampen.
●
Open de instellingen voor klimatisering in het
›››
infotainmentsysteem
pag.
145.
●
Schakel de automatische voorruitverwarming
in of uit.
De automatische voorruitverwarming werkt ook
bij uitgeschakelde airconditioning.
Voorruitverwarming met de ontwasemings-
functie
Indien de ontwasemingsfunctie is ingeschakeld
en een sensor detecteert dat de voorruit kan
aandampen, wordt de voorruitverwarming aan-
gezet.
Wanneer wordt de voorruitverwarming uit-
geschakeld?
De voorruitverwarming wordt uitgeschakeld
wanneer is voldaan aan een van de onder-
staande voorwaarden:
●
Het verbruikte vermogen is te hoog.
●
Het systeem van de airconditioning is defect.
●
De vooraf ingestelde tijd is verstreken.
Verwarming, ventilatie en koeling
Airconditioning
Locatie van elektronische accessoires
De verwarmde voorruit heeft een folie die infra-
roodstralen weerkaatst. Deze folie beïnvloedt
de werking van de elektronische accessoires
(bijv. elektronische tolheffing). Om dit te vermij-
den, zijn er een aantal zones aan de achter-
uitkijkspiegel om deze apparaten te plaatsen
›››
afb. 116
(pijlen).
Deze zones mogen niet worden afgedekt en er
mogen geen stickers op worden gekleefd; an-
ders kunnen er storingen optreden in de werk-
ing van de daar geplaatste elektronische com-
ponenten.
Oplossing van problemen
De koeling kan niet worden ingeschakeld of
functioneert slechts in beperkte mate
Als het koelsysteem niet kan worden ingescha-
keld, kan dit de volgende oorzaken hebben:
●
De motor staat uit.
●
De ventilator is uitgeschakeld.
●
De zekering van de airconditioning is doorge-
slagen.
●
De buitentemperatuur is lager dan ca. +3°C
(+38°F).
●
De compressor van de airconditioning is tijde-
lijk uitgeschakeld omdat de motorkoelvloeistof
te veel is opgewarmd.
●
Er is sprake van een andere storing aan de
wagen. Laat de wagen door een gespeciali-
seerde werkplaats nakijken.
Het verwarmings- en ventilatiesysteem kan
niet worden ingeschakeld of functioneert
slechts in beperkte mate
●
Het verwarmings- en ventilatiesysteem en de
ontwasemingsfunctie functioneren beter wan-
neer de motor warm is.
●
Hybride wagens: Selecteer de Hybride stand
omdat het vermogen in stand E-MODE beperkt
is.
●
Indien de storing zich blijft voordoen, ga dan
naar een gespecialiseerde werkplaats.
De ruiten zijn aangedampt
De ruiten dampen aan wanneer hun tempera-
tuur lager is dan de omgevingstemperatuur en
de lucht erg vochtig is. Koude lucht kan min-
der vocht opnemen dan warme lucht, daarom
dampen de ruiten sneller aan bij koud weer.
●
De luchttoevoer naar de voorruit houdt ze vrij
van ijs, sneeuw en bladeren, waardoor het ren-
dement van de verwarmings- en koelsystemen
verbetert.
●
De luchtopeningen aan de achterzijde van
de bagageruimte mogen niet afgedekt worden,
zodat de lucht door de wagen kan circuleren
van voren naar achteren.
●
Schakel de ontwasemingsfunctie in.
149