Luchtcompressor (het model kan variëren
4
naargelang de versie)
Schakelaar ON/OFF
5
Ontluchtingsschroef (kan ook in de pomp-
6
slang opgenomen zijn).
Controlelampje van de bandenspannings-
7
controle (kan ook opgenomen zijn in de
pompslang).
Buis voor bandenspanning
8
12 V steker
9
Fles met afdichtmiddel
10
Reserveventiel
11
Aan de onderzijde van het demontagegereed-
schap voor ventielinzet
is er een gleuf voor
1
het ventielinzetstuk. Het ventiel kan alleen zo
worden in- of uitgedraaid. Dit geldt ook voor het
reserveonderdeel
.
11
Een band afdichten en oppompen
De band afdichten
●
Draai het dopje en het inzetstuk van het ven-
›››
tiel los. Gebruik het apparaat
om het inzetstuk te verwijderen. Leg het op een
schoon oppervlak.
●
Schud de fles met afdichtmiddel
goed.
10
›››
●
Draai de pompslang
afb. 258
de fles met afdichtmiddel. De verzegeling van
de fles wordt automatisch gebroken.
Reparatie van banden
Wielen en banden
●
Verwijder de dop van de vulslang
en draai het open einde van de tube op het
3
bandventiel.
●
Houd de fles met de bodem omhoog en doe
de inhoud volledig in de band.
●
Haal de fles van het ventiel.
●
Breng het inzetstuk opnieuw aan op het
bandventiel met het apparaat
De band oppompen
●
Draai de vulslang van de compressor
258
vast op het bandventiel.
8
●
Controleer of de ontluchtingsbout gesloten is
›››
afb. 258
6
●
Start de motor en laat hem draaien.
●
Sluit de steker
volt-stopcontact van de wagen
●
Zet de luchtcompressor aan met de ON/OFF-
›››
schakelaar
●
Laat de luchtcompressor draaien tot een druk
van 2,0-2,5 bar (29-36 psi/200-250 kPa) wordt
bereikt. Maximaal 8 minuten.
●
Sluit de luchtcompressor af.
afb. 258
1
●
Indien de aangegeven druk niet wordt bereikt,
draait u de vulslang los van het ventiel.
›››
afb. 258
●
Beweeg de wagen 10 m zodat het afdicht-
middel wordt verdeeld in de band.
●
vast op
Draai de vulslang van de compressor op-
3
nieuw op het ventiel.
●
Herhaal het proces voor het oppompen.
›››
afb. 258
›››
afb. 258
.
1
›››
afb.
.
›››
afb. 258
aan op het 12
9
›››
pag.
255.
afb. 258
.
5
●
Als ook dan de druk niet wordt bereikt, ver-
keert de band in slechte staat. Zet de wagen
stil en roep de hulp in van gespecialiseerd per-
soneel.
●
Sluit de luchtcompressor af. Draai de vulslang
los van het bandventiel.
●
Wanneer de bandenspanning tussen 2,0-2,5
bar ligt, rijdt u verder met een snelheid onder
80 km/u (50 mpu).
›››
●
Kleef de sticker
afb. 258
2
mentenpaneel, binnen het gezichtsveld van de
bestuurder.
●
Controleer de bandenspanning opnieuw na
›››
10 minuten
pag.
390.
WAARSCHUWING
Bij het oppompen kan de luchtcompressor en
de pompslang heet worden.
●
Bescherm handen en huid tegen aanraking
van hete onderdelen.
●
Leg de hete pompslang en de hete lucht-
compressor niet op brandbare materialen.
●
Laat ze eerst afkoelen alvorens het appa-
raat op te bergen.
●
Indien de band niet kan worden opge-
pompt tot minstens 2,0 bar (29 psi/200 kPa),
is de schade te groot. Het afdichtmiddel is
niet in staat de band af te dichten. Rij niet
verder. Roep de hulp in van gespecialiseerd
personeel.
op het instru-
389