als de motor "onregelmatig" werkt. Houd tot
1.000 kilometer (600 mijl) rekening met het
volgende:
●
Geef niet vol gas.
●
Laat de motor niet op meer dan 2/3 van het
maximumtoerental draaien.
●
Niet met aanhangwagen rijden.
Verhoog tussen de 1.000 en 1.500 kilometer
(600 en 1000 mijl) het vermogen geleidelijk
tot de maximumsnelheid en een verhoogd mo-
tortoerental bereikt zijn.
Remblokken en nieuwe banden inrijden
●
Vervanging van velgen en nieuwe banden
›››
pag.
374.
›››
●
Informatie over de remmen
Milieu-aanwijzing
Wanneer u bij het inrijden voorzichtig rijdt,
wordt de levensduur van de motor langer en
het olieverbruik lager.
Vierwielaandrijving (4Drive)
Bij de vierwielaandrijving worden alle vier de
wielen aangedreven.
Aanwijzingen voor het rijden
Algemene aanwijzingen
Bij 4-wielaandrijving wordt de aandrijfkracht
over alle vier wielen verdeeld. Dit gebeurt au-
tomatisch, afhankelijk van uw rijgedrag en de
rijwegomstandigheden. Zie ook
Het 4-wielaandrijfsysteem is afgestemd op een
hoog motorvermogen. Door de vierwielaandrij-
ving biedt uw wagen uitstekende prestaties en
voortreffelijke rijeigenschappen zowel bij nor-
male wegomstandigheden als bij uitzonderlijke
omstandigheden met sneeuw en ijs. Daarom
is het noodzakelijk om rekening te houden met
bepaalde veiligheidsaanwijzingen
Winterbanden
Dankzij de vierwielaandrijving is de voor-
pag.
183.
waartse trekkracht van de wagen onder win-
terse omstandigheden goed, zelfs bij normale
banden. Desondanks adviseren wij u 's winters
om voor alle vier de wielen winter- of 4-sei-
zoenenbanden te gebruiken, omdat hierdoor
vooral ook de remwerking wordt verbeterd.
Sneeuwkettingen
Als het verplicht is om sneeuwkettingen te ge-
bruiken, moet u dit ook bij wagens met vierwiel-
aandrijving doen
Rijden
›››
pag.
185.
›››
.
›››
pag.
379.
Banden verwisselen
Bij wagens met vierwielaandrijving mogen al-
leen wielen met dezelfde maat worden ge-
bruikt. Vermijd ook banden met verschillende
›››
profieldiepte
pag.
374.
Heb ik een terreinwagen?
Uw SEAT is geen terreinwagen, de bodemvrij-
heid is daarvoor te gering. Daarom ongepla-
veide wegen mijden.
WAARSCHUWING
●
Ook bij wagens met vierwielaandrijving uw
rijstijl steeds aan de toestand van de rijweg
en aan de verkeerssituatie aanpassen. De
geboden hogere veiligheid mag geen aanlei-
ding zijn tot het nemen van grotere risico's.
Gevaar voor ongevallen!
●
Het remvermogen van uw wagen wordt
door de grip van de banden bepaald. Het is
daarom niet anders dan bij een 2-wielaange-
dreven wagen. Daarom dient men, ondanks
een goede acceleratie op zelfs een glad
wegdek, niet met te hoge snelheden te rij-
den. Gevaar voor ongevallen!
●
Let er bij een natte rijbaan op dat bij een
te hoge snelheid de voorwielen kunnen gaan
"glijden" (aquaplaning). Daarbij wordt, an-
ders dan bij wagens met voorwielaandrijving,
niet aangegeven dat de wielen beginnen te
glijden doordat de motor plotseling in een
hoger toerentalgebied komt. Om deze reden
159