Weergaven van het omgevingscame-
rasysteem (modi)
Afb. 171
Weergave op het display van
het systeem voor perifeer gezichtsveld:
Voorcamera: weergave terreinrijden.
Achtercamera: weergave terreinrijden.
Naargelang de uitrusting: geluid van
ParkPilot in- en uitschakelen.
Weergave van het omgevingscamerasys-
teem verlaten.
De weergave aanpassen: helderheid,
contrast en kleur.
Omgevingscamerasysteem (Top View Camera)
Parkeren en manoeuvreren
De geselecteerde weergave wordt rechts op
het scherm getoond. In het beperkte luchtper-
spectief aan de linkerkant verschijnt de weer-
gave geel gemarkeerd. Daarnaast worden in
de rechtermarge van het beeld de mogelijke
menuopties en weergaven (de zogenaamde
"modi") van de camera in kwestie getoond.
De op dat moment actieve weergave (modus)
wordt duidelijk aangegeven.
De rode lijnen die worden getoond komen over-
een met een afstand van ca. 40 cm ten op-
zichte van de wagen.
Weergaven van het luchtperspectief (vogel-
vlucht)
Hoofdmodus:
De wagen en directe omgeving worden
van boven weergegeven. Naargelang de
uitrusting kan ook het traject van ParkPi-
lot worden getoond.
Driedimensionale weergaven:
De wagen en omgeving worden van boven
weergegeven.
De wagen en omgeving worden schuin
van boven weergegeven.
De wagen en omgeving worden
schuin weergegeven.
Door met uw vinger over het scherm van het
infotainmentsysteem te gaan in de richting van
de pijlen, kunt u de gezichtshoek wijzigen in de
driedimensionale weergaven van de wagen en
zijn omgeving.
Weergaven van de voorcamera (vooraan-
zicht)
Verkeer in dwarsrichting.
Deze weergave helpt om te letten op ver-
keer dat van links, voren en rechts komt,
en kan bijv. worden gebruikt om garages
of smalle uitritten te verlaten.
Haaks parkeren.
Het gebied voor de wagen wordt ge-
toond. Als hulpmiddel worden de oriënta-
tielijnen weergegeven.
Terreinrijden.
Het gebied direct voor de wagen wordt van
boven weergegeven. Bijvoorbeeld in een
glooiing om het gebied direct voor de wa-
gen te zien.
Weergaven van de zijcamera (zijaanzicht)
Links en rechts.
De gebieden direct aan de zijkanten van
de wagen worden van boven weergege-
ven, om nauwkeuriger rond mogelijke ob-
stakels te kunnen rijden.
245