WAARSCHUWING
De technologie van de ACC kan de door het
systeem bepaalde grenzen noch de natuur-
kundige grenzen overwinnen. Indien het sys-
teem nalatig of onbedoeld gebruikt wordt,
kunnen ongevallen en ernstige letsels ver-
oorzaakt worden. Ondanks het systeem moet
de bestuurder te allen tijde opmerkzaam blij-
ven.
●
Blijf altijd paraat om zelf te accelereren of
remmen!
●
Zodra u het gaspedaal intrapt, stopt de
ACC met werken. Het systeem zal dus niet
remmen of een remingreep vragen.
●
De snelheid en de veiligheidsafstand altijd
aanpassen aan de voorligger afhankelijk van
het zicht, het weer, het wegdek en het ver-
keer.
●
Gebruik de ACC niet bij beperkt zicht of op
steile, bochtige of gladde wegen.
●
De ACC ook niet dwars door het veld of op
onverharde wegen gebruiken.
●
Het systeem reageert niet tijdig op stil-
staande voorwerpen (bijvoorbeeld de staart
van een file). Reageer voldoende op voor-
hand om een gevaarlijke situatie te vermij-
den.
●
Het systeem reageert niet op personen,
dieren of voertuigen die kruisen of naderen
in tegengestelde richting.
198
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
●
Bij het rijden met noodreservewiel wordt
de ACC mogelijk automatisch uitgeschakeld.
Schakel het systeem uit wanneer u begint te
rijden.
●
Indien de ACC de snelheid niet voldoende
vermindert, rem dan de wagen onmiddellijk
af.
●
Rem onmiddellijk wanneer een aanwijzing
van ingreep van de bestuurder wordt ge-
toond op het scherm van het instrumenten-
paneel.
●
Indien de wagen zich onbedoeld blijft ver-
plaatsen na de oproep tot ingreep door de
bestuurder, rem dan de wagen af.
Let op
Als de ACC niet werkt zoals beschreven in
dit hoofdstuk, gebruik ze dan niet en ga naar
een gespecialiseerde werkplaats. Het wordt
aanbevolen om een SEAT-dealer te raadple-
gen.
Bediening van ACC
Afb. 139
Op het display van het
instrumentenpaneel: ACC actief.
Afb. 140
Op het multifunctiestuurwiel:
knoppen voor bediening van ACC.
›››
afb. 139
Voorligger gedetecteerd. Gaat branden in-
1
dien de afstand tot de voorligger wordt ge-
regeld.