LET OP
●
Zodra u stopt en het start-stopsysteem de
motor afzet, blijft het contact ingeschakeld.
Controleer of het contact is uitgeschakeld
voordat u de wagen verlaat, om te voorko-
men dat de accu wordt ontladen.
●
Als de motor lange tijd met een hoog toe-
rental heeft gedraaid, kan hij na het uitzet-
ten oververhit raken. Laat de motor ongeveer
twee minuten stationair draaien voordat u
hem uitzet, om schade te voorkomen.
Let op
Nadat de motor is uitgezet, kan de koellucht-
ventilator – ook bij uitgeschakeld contact –
nog maximaal tien minuten blijven draaien.
Het is ook mogelijk dat deze opnieuw inscha-
kelt wanneer de koelvloeistoftemperatuur
stijgt als gevolg van de opgehoopte warmte
onder de motorruimte of dat deze warmer
wordt als gevolg van een langdurige bloot-
stelling aan zonnestraling.
Wegrijblokkering
De wegrijblokkering verhindert dat de motor
wordt gestart met een niet-geautoriseerde
sleutel en dus dat de wagen in beweging wordt
gebracht.
In de sleutel zit een microchip die de elektroni-
sche wegrijblokkering automatisch uitschakelt
als er een passende sleutel in het interieur is.
164
Rijden
De elektronische wegrijblokkering wordt auto-
matisch geactiveerd zodra er geen passende
sleutel meer in de wagen is.
Daarom kan de motor alleen met een pas-
sende, gecodeerde en originele SEAT-sleutel
worden gestart. Deze sleutels zijn verkrijgbaar
bij een officiële SEAT-dealer.
LET OP
Alleen met originele SEAT-sleutels is een op-
timale werking van uw wagen gewaarborgd.
Noodstopfunctie
Afb. 119
Rechts van de stuurkolom: noodstart.
Als er in de wagen geen passende sleutel her-
kend wordt, zult u een noodstop moeten uitvoe-
ren. Op het display van het instrumentenpaneel
verschijnt er dan een waarschuwingstekst. Dit
kan het geval zijn wanneer de batterij van de
autosleutel bijvoorbeeld bijna leeg is.
●
houd de sleutel direct na het indrukken van de
startknop altijd bij de stuurkolom
dicht mogelijk bij het logo van Kessy.
●
Het contact wordt automatisch ingeschakeld
en zo nodig slaat de motor aan.
Aanwijzingen voor de bestuurder op
het display van het instrumentenpa-
neel
Koppeling intrappen, alstublieft.
●
Deze weergave verschijnt in wagens met
schakelbak wanneer de bestuurder het koppe-
lingspedaal niet intrapt bij het starten van de
motor. De motor kan enkel worden gestart in-
dien het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
Rem intrappen
●
Deze weergave verschijnt wanneer de be-
stuurder het rempedaal niet intrapt bij het star-
ten van de motor.
Kies N of P
●
Deze aanwijzing verschijnt bij het starten of
stoppen van de motor in het geval de keuze-
hendel van de automatische transmissie niet in
de stand P of N staat. De motor kan alleen wor-
den gestart of gestopt in deze standen.
›››
afb.
119, zo