Duw de achterklep omlaag tot deze in het
●
slot vastklikt.
Controleer of de achterklep correct is vast-
●
geklikt door aan de achterklep te trekken.
De achterklep met centrale vergrendeling
afsluiten*
Wanneer u de wagen ontgrendelt en geen
van de portieren of de achterklep opent,
wordt de wagen na 30 seconden automa-
tisch opnieuw vergrendeld. Deze functie voor-
komt dat de wagen onbedoeld continu is ont-
grendeld.
De wagen kan alleen worden vergrendeld als
de achterklep correct gesloten en vastgeklikt
is.
De achterklep kan ook met de centrale ver-
●
grendeling vergrendeld worden.
Wanneer de achterklep van een vergren-
●
delde wagen met de knop
van de auto-
sleutel ontgrendeld wordt, wordt de wagen
wanneer de achterklep gesloten wordt op-
nieuw vergrendeld.
Een gesloten maar niet vergrendelde ach-
●
terklep wordt bij een snelheid van ongeveer
9 km/h (6 mph) automatisch vergrendeld.
Openen en sluiten
De achterklep met de mechanische sleu-
tel afsluiten
De wagen kan alleen worden vergrendeld als
de achterklep correct gesloten en vastgeklikt
is.
Steek de autosleutel in de slotcilinder van
●
het bestuurdersportier en draai hem rechts-
›››
om
pag.
79.
Noodontgrendeling van de achter-
klep
Vanuit de bagageruimte: noodontgren-
Afb. 75
deling van de achterklep.
Klap zo nodig de rugleuning van de achter-
●
›››
bank naar voren
pag.
99.
Verwijder de bagage om van binnenuit toe-
●
gang te krijgen tot de achterklep.
De sleutelbaard van de sleutel uitklappen
●
›››
pag.
76.
Steek de sleutelbaard in het sleutelgat van
●
›››
de achterklep
afb. 75
en druk de ontgren-
delhendel in de richting van de pijl om de
achterklep te ontgrendelen.
Knoppen voor de ruiten
De ruiten elektrisch openen en slui-
ten
Detail van het bestuurdersportier: be-
Afb. 76
dieningselementen voor de ruiten.
De ruit openen: druk op de knop
●
De ruit sluiten: trek aan de knop
●
Knoppen in het bestuurdersportier
Ruit van het portier linksvoor
1
Ruit van het portier rechtsvoor
2
.
.
»
85