Nooit rijden met uitgebouwde binnenpa-
●
nelen van de portieren of niet correct afge-
stelde panelen.
Nooit rijden wanneer de luidsprekers in
●
de portierpanelen uitgebouwd zijn, behalve
wanneer de openingen van de luidspreker
correct zijn afgedekt.
Altijd controleren of de openingen be-
●
dekt of afgesloten zijn wanneer luidspre-
kers of een andere uitrusting geïnstalleerd
worden in de binnenpanelen van de portie-
ren.
Tussen de inzittenden op de buitenste zit-
●
plaatsen en het werkingsgebied van de air-
bags mogen zich geen andere personen,
dieren of voorwerpen bevinden. Om de
werking van de zij-airbags niet te belem-
meren, mogen bovendien aan de portieren
geen accessoires zoals bekerhouders wor-
den bevestigd.
Aan de kledinghaken in de wagen mag
●
uitsluitend kleding met weinig gewicht wor-
den opgehangen. In de zakken van de kle-
dingstukken mogen geen zware en scherpe
voorwerpen zitten.
Er mogen geen grote krachten (zoals
●
krachtig stoten of trappen) op de zijkanten
van de rugleuningen worden uitgeoefend
omdat anders het systeem kan worden be-
schadigd. De zij-airbags zouden in dit ge-
val niet worden geactiveerd!
Er mogen in geen enkel geval stoelhoe-
●
zen op de stoelen met ingebouwde zij-air-
bags worden aangebracht die niet uitdruk-
Airbagsysteem
kelijk voor uw wagen zijn goedgekeurd.
Omdat de luchtzak aan de zijkant uit de
stoel wordt ontvouwen, zou bij gebruik van
niet-vrijgegeven stoelhoezen de bescher-
mende werking van uw zij-airbag aanzien-
lijk nadelig worden beïnvloed.
Beschadigingen aan de originele stoel-
●
hoezen of de naad in de module van de zij-
airbag moeten direct door een gespeciali-
seerde werkplaats worden gerepareerd.
De beschermende werking van de air-
●
bags geldt slechts voor één aanrijding en
nadat ze geactiveerd zijn geweest, moeten
ze vervangen worden.
Alle werkzaamheden aan de zij-airbag en
●
het uit- en inbouwen van onderdelen van
het systeem vanwege reparatiewerkzaam-
heden (bijv. voorstoel uitbouwen) mogen
alleen door de werkplaats van een officiële
dealer worden uitgevoerd. Anders kunnen
er storingen in de werking van de airbags
optreden.
Hoofdairbags*
Plaats en gebied van openvouwen van
Afb. 19
de hoofdairbag.
De hoofdairbags zitten aan beide zijden in
het interieur boven de portieren
zijn gemarkeerd met de opschriften "AIRBAG".
De hoofdairbags bieden als aanvulling op de
veiligheidsgordels extra bescherming voor
het bovenlichaam van de inzittenden bij zwa-
›››
re botsingen van opzij
.
Wanneer de hoofdairbag wordt geactiveerd,
neemt hij de in het rood aangeduide ruimte in
›››
afb. 19
(gebied van het openvouwen).
Hierom is het verboden om voorwerpen in dit
gebied te plaatsen of vast te maken
Bij botsingen van opzij wordt de hoofdairbag
geactiveerd die zich aan de zijde van de bot-
sing bevindt.
De hoofdairbags zorgen voor een daling van
het risico op letsels aan de lichaamsdelen die
›››
afb. 19
en
›››
.
»
27