Werkingsmodi
Radio
Inleiding tot thema
Het radiosysteem is verkrijgbaar in diverse
versies, verschillend per land waarheen dit
wordt verzonden en van het uitrustingsniveau
van de wagen. Een aantal uitvoeringen be-
schikken daarnaast ook over een ontvanger
van DAB-radio. Het overzicht van de bedie-
ningselementen bevat de mogelijke versies
›››
van het systeem
pag.
Let op
Parkeergarages, tunnels, hoge gebou-
●
wen of bergen kunnen het radiosignaal sto-
ren.
Folies of stickers met een metaallaag op
●
de ruiten kunnen bij wagens met ruitanten-
nes de ontvangst belemmeren.
1)
Afhankelijk van het land en van het apparaat.
128
Hoofdmenu RADIO
Afb. 111
121.
Afb. 112
voorkeuzetoetsen
Druk op de apparaattoets
●
diofunctie te starten.
Na het overschakelen op de Radiofunctie
worden in de onderste beeldschermregel de
beschikbare golflengtes (FM, AM
aangeduid. Indien u opnieuw drukt op de ap-
Infotainmentsysteem
Hoofdmenu RADIO: golflengte kiezen.
Hoofdmenu Radio: Weergave van
om de Ra-
1)
en DAB
paraattoets
, worden meer functies voor
de radio-ontvanger getoond.
U beschikt over onderstaande opties:
De volgende zender zoeken.
●
Terugkeren naar een opgeslagen zender.
●
TP-functie inschakelen
●
Ingestelde zender opslaan
●
De actueel beluisterde radiozender wordt op
het midden van het beeldscherm weergege-
ven. Bij voldoende ontvangstkwaliteit wordt
bij radiozenders die RDS ondersteunen in
plaats van de zenderfrequentie de zender-
naam weergegeven, bijv. RADIO 21 .
RDS en zenders automatisch vol-
gen
RDS is een service van radiogegevens die de
weergave van de zendernaam, het automa-
tisch volgen van zenders en de TP-functie
(verkeersinformatiezender
gelijk maakt.
Bij het automatisch volgen van zenders kan
tijdens het rijden de zenderfrequentie met de
beste ontvangst op dat moment worden af-
1)
)
gestemd. Bij een slechte ontvangst kan het
apparaatvolume kort worden onderdrukt
›››
pag.
131.
›››
pag.
129) mo-