Het snelheidsregelsysteem bedie-
nen met de knipperlichthendel
In de knipperlichthendel: knoppen
Afb. 140
voor bediening van het SRS.
Inschakelen
Breng het bedieningselement
●
naar
.
1
Het systeem regelt niet omdat geen enkele
snelheid is geprogrammeerd.
De regeling activeren
›››
Druk op de knop
afb. 140
●
bied
.
De huidige snelheid wordt in het geheugen
opgeslagen en de regeling geactiveerd.
Tijdelijk onderbreken
Breng het bedieningselement
●
naar
of trap de rem in.
1
162
Het snelheidsregelsysteem wordt tijdelijk uit-
geschakeld. De snelheid wordt opgeslagen.
De regeling hervatten
Druk op de knop
●
bied
.
De regeling wordt op de opgeslagen snel-
heid ingeschakeld.
De snelheid aanpassen
Tijdens de SRS-regeling kan de opgeslagen
snelheid worden aangepast met de toets
›››
afb. 140
2
Om te verhogen in stappen van 1 km/u (1
●
mpu) drukt u kort op de knop
in het gebied
›››
afb. 140
Om de snelheid continu te verhogen, houdt
●
›››
u de knop
afb. 140
bied
.
Om te verlagen in stappen van 1 km/u (1
●
mpu) drukt u kort op de knop
in het gebied
in het ge-
2
Om de snelheid continu te verlagen, houdt
●
›››
u de knop
afb. 140
bied
.
De wagen past de huidige snelheid aan door
te accelereren of stoppen met accelereren.
De wagen remt niet actief.
›››
afb. 140
Rijden
›››
afb. 140
in het ge-
2
:
›››
afb. 140
2
.
ingedrukt in het ge-
2
›››
afb. 140
2
.
ingedrukt in het ge-
2
Uitschakelen
Breng het bedieningselement
●
naar
.
1
Het systeem wordt uitgeschakeld en de op-
geslagen snelheid gewist.
Rijstrookassistent (Lane As-
sist)*
Inleiding tot thema
Op de voorruit: gezichtsveld van de
Afb. 141
rijstrookassistent.
Het systeem van de rijstrookassistent (Lane
Assist) helpt de bestuurder om binnen
zijn/haar rijstrook te blijven. Deze functie is
niet geschikt en niet ontworpen om de wagen
automatisch in de rijstrook te houden.
›››
afb. 140