Indien de laadkabel is ingestoken, gaat het
symbool op de toets van de laadmodus
›››
afb. 154
branden.
Niet alle laadstations laten uitgesteld laden
toe.
Onderste laadgrens van de accu
In alle laadprocessen via een stopcontact
wordt de hoogspanningsaccu onmiddellijk
opgeladen tot de onderste laadgrens. Zo
wordt een te lage laadtoestand vermeden.
De waarde kan worden ingesteld in het Ener-
giebeheer
van de diensten van SEAT
CONNECT.
Bovenste laadgrens van de accu
De hoogspanningsaccu wordt enkel opgela-
den tot de ingestelde waarde voor de boven-
ste laadgrens van de accu. Op die manier
kan de hoogspanningsaccu worden be-
›››
schermd
pag.
177.
De waarde kan worden ingesteld in het Ener-
giebeheer
van de diensten van SEAT
CONNECT.
184
Advies en actie
Indicator van het laadproces
Afb. 155
Achter de klep van de laadaansluiting
van de accu: indicator van het laadproces
en informatie op de sticker
.
2
1
Aan de binnenkant van de klep van de
Afb. 156
laadaansluiting: sticker met informatie over de
indicator van het laadproces.
De indicator van het laadproces is een led
naast de laadaansluiting
de laadtoestand aangeeft. Op een sticker
worden de verschillende indicaties toegelicht
›››
afb.
156.
Legenda van de sticker die informeert over de
indicator van het laadproces
De led gaat permanent groen bran-
1
den: Het laadproces van de hoogspan-
ningsaccu is beëindigd. De accu heeft de
maximale of ingestelde laadtoestand be-
reikt.
De led knippert groen: De hoogspan-
2
ningsaccu wordt opgeladen.
›››
afb. 155
die
1
›››
afb.
156: