Advertenties
Verlicht de zekering met een zaklamp om te
●
kijken of ze doorgebrand is.
Een zekering vervangen
Trek de zekering eruit.
●
Vervang de doorgebrande zekering door
●
een nieuwe zekering met dezelfde stroom-
sterkte (gelijke kleur en opschrift) en dezelfde
grootte.
Monteer het deksel weer of sluit het deksel
●
van de zekeringenhouder.
Lampen vervangen
Inleiding tot thema
Voor het vervangen van lampjes is enige
technische vaardigheid vereist. Als u twijfelt,
adviseert SEAT u naar een Technische Dienst
te gaan of de hulp in te roepen van gespecia-
liseerd personeel. Gewoonlijk heeft u vak-
mensen nodig als behalve lampen ook ande-
re onderdelen uitgebouwd moeten worden.
Als u zelf lampen wilt vervangen in het motor-
compartiment, houd er dan rekening mee dat
dit een gevaarlijke zone is
Een lampje mag alleen worden vervangen
door een lampje van gelijke uitvoering. De
aanduiding van het wattage staat op de
lampvoet.
56
Aanvullende specificaties van de lampen
De specificaties van een sommige in de fa-
briek gemonteerde koplampen of achterlich-
ten kunnen verschillen van de gangbare ge-
wone lampen. De aanduiding staat op het
onderstuk van de lamp of op het glas ervan.
Gloeilampje (12 V)
Lichtbron gebruikt voor elke functie
Halogeenkoplamp
Daglicht/parkeerlicht
Dimlicht
Grootlicht
Knipperlicht
Achterlicht met lampen
Remlicht/stadslicht
Stadslicht
Knipperlicht
Mistachterlicht
Achteruitrijlicht
›››
.
ATTENTIE
Als de motor op bedrijfstemperatuur is,
●
moet bij werkzaamheden in de motorruimte
bijzonder zorgvuldig te werk worden ge-
gaan – gevaar voor verbranding.
Noodgevallen
Type
W21/5W
H4 LL
H4 LL
PY21W NA
Type
P21/5W LL
P21/5W LL
PY21W NA LL
P21W
R10W
De lampen H4, HB4 en H7 staan onder
●
druk en kunnen bij het vervangen explode-
ren.
Vervang de defecte lampen alleen als ze
●
zijn afgekoeld.
Gloeilampjes staan onder druk en kunnen
●
kapot springen, als ze worden vervangen -
gevaar voor verwondingen!
Let er bij het vervangen van gloeilampjes
●
op, dat u zich niet verwondt aan scherpe
delen in het koplamphuis.
Vervang nooit zelf de lamp als u niet ver-
●
trouwd bent met de benodigde werkzaam-
heden. Als u niet zeker bent van de werkwij-
ze, dient u de vereiste werkzaamheden te
laten uitvoeren in een gespecialiseerde
werkplaats.
Raak het glas van de lamp niet recht-
●
streeks aan met de vingers. De achterblij-
vende vingerafdruk kan door de warmte
van het ingeschakelde lampje verdampen
en de reflector "beslaan".
VOORZICHTIG
Als u na het vervangen van een lamp de
●
rubberkap niet correct terugplaatst op de
koplampbehuizing, kan water of vocht bin-
nendringen en de elektrische installatie
beschadigen.
Voor het werken aan het elektrisch sys-
●
teem moet de sleutel uit het contact ge-
haald worden. Gevaar voor kortsluiting!
Advertenties
