ruitenwisserhendel of door aan het kartel-
wieltje van het multifunctiestuurwiel te draai-
en. Druk daarna opnieuw op
enkele seconden af. De snelheid wordt opge-
slagen en de waarschuwing ingeschakeld.
Om uit te schakelen, drukt u op
●
geprogrammeerde snelheid wordt gewist.
Waarschuwings- en informatiebe-
richten (wagenstatus)
Bij het inschakelen van het contact of tijdens
het rijden worden enkele functies en wagen-
componenten gecontroleerd op hun toe-
stand. De storingen worden getoond op het
scherm van het instrumentenpaneel in de
vorm van rode en gele waarschuwingssym-
bolen, samen met berichten en eventueel ook
›››
een akoestisch signaal
pag.
gave van de berichten en symbolen kan ver-
schillen naargelang de versie van het instru-
mentenpaneel.
Waarschuwing met prioriteit 1 (rood)
Het symbool knippert of gaat branden (deels
vergezeld van akoestische waarschuwingen).
Rijd dan niet verder! Gevaar! Controleer
de defecte functie en elimineer de oorzaak.
Vraag zo nodig hulp aan gespecialiseerd per-
soneel.
Instrumenten en controlelampjes
Waarschuwing met prioriteit 2 (geel)
Het symbool knippert of gaat branden (deels
of wacht
vergezeld van akoestische waarschuwingen).
Storingen en gebrek aan bedrijfsvloeistoffen
kunnen schade aan de auto en panne veroor-
. De
zaken. Controleer zo snel mogelijk de gebrek-
kige functie. Vraag zo nodig hulp aan gespe-
cialiseerd personeel.
Informatietekst
Geeft informatie over processen in de auto.
Menu Setup
Het werkelijke aantal menu's en de benaming
van de verschillende opties hangen af van de
elektronica en de uitrusting van de wagen.
74. De weer-
Multifunctie-indicatie
informatie en configuratiemogelijkheden van
de multifunctie-indicatie
Staat van de wagen
Actuele waarschuwings- en informatieberich-
ten. Dit menupunt verschijnt enkel wanneer er
berichten van dit type zijn. Op het scherm
wordt het aantal berichten weergegeven.
Spraak
Taalinstelling van de teksten op het scherm.
Gegevens van de multifunctie-indicatie
Instelling van de gegevens die getoond moe-
ten worden in de multifunctie-indicatie van
het scherm van het instrumentenpaneel.
Tijd
Uur en minuten van de klok van het instru-
mentenpaneel. De tijd kan worden weerge-
geven in indeling van 12 of 24 uur. Eventueel
verschijnt aan de bovenzijde van het scherm
een S om het zomeruur aan te geven.
Eenheden
Instelling van de eenheden voor temperatuur,
verbruik en afstand.
Service
Raadpleging van de serviceberichten.
Fabrieksinstellingen
De vooraf ingestelde waarden in productie
›››
pag.
69.
voor sommige functies van het menu Setup
worden opnieuw ingesteld.
Onderhoudsintervallen
De indicatie van de servicebeurt verschijnt op
het display van het instrumentenpaneel
›››
afb. 59
.
2
»
71