Met behulp van de camera in de voorruit regi-
streert de rijstrookassistent de grenslijnen van
een rijstrook. Als de auto onwillekeurig een
waargenomen grenslijn nadert, meldt het
systeem dit aan de bestuurder via een corri-
gerende beweging van het stuur. Deze bewe-
ging kan op ieder moment overgereguleerd
worden.
Als de richtingaanwijzers zijn geactiveerd,
wordt geen waarschuwing gegeven, omdat
de rijstrookassistent in dat geval weet dat u
van rijstrook wilt wisselen.
Grenzen van het systeem
Gebruik de rijstrookassistent enkel op snelwe-
gen en secundaire wegen die voldoende
breed zijn en in goede staat verkeren.
Het systeem is niet beschikbaar in de volgen-
de omstandigheden:
De rijsnelheid is lager dan 55 km/u
●
(32 mpu).
Het systeem heeft geen enkele streep van
●
de rijstrook gedetecteerd.
Tijdelijk in situaties waarin zeer sportief
●
wordt gereden.
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Controlelampje
Gaat groen branden
Rijstrookassistent geactiveerd en beschikbaar.
Gaat geel branden
Rijstrookassistent grijpt in door het sturen te corrige-
ren.
Indien het overeenkomstige controlelampje
niet verschijnt in het instrumentenpaneel kan
dit betekenen dat:
De minimumsnelheid niet is bereikt.
●
Het systeem de strepen van de rijstrook niet
●
herkent.
Of dat het systeem niet beschikbaar is.
●
Indien dat laatste geval zich blijft voordoen,
ga dan naar een gespecialiseerde werk-
plaats om de storing te laten oplossen.
Na het inschakelen van het contact gaan ter
controle kort enkele waarschuwings- en con-
trolelampjes branden. Na enkele seconden
doven de lampjes.
ATTENTIE
Veiligheidsaanwijzingen
wings- en controlelampjes op pag. 74
acht nemen.
Werkwijze
Afb. 142
rijstrookassistent in te schakelen
Rijstrookassistent in- en uitschakelen
De rijstrookassistent wordt steeds geacti-
veerd bij inschakeling van het contact. Door
te drukken op de toets
de assistent worden uitgeschakeld tot de vol-
gende keer dat de motor wordt gestart.
De toets
dien het systeem is uitgeschakeld of een sto-
ring heeft.
De rijstrookassistent kan actief ingrijpen van-
af ongeveer 60 km/u (35 mpu) indien het sys-
teem de grenzen van de rijstrook kon detec-
teren.
›››
in Waarschu-
Indien het controlelampje
in
van het instrumentenpaneel uit is, betekent
dit dat de assistent is ingeschakeld maar niet
In de middenconsole: toets om de
›››
afb. 142
›››
afb. 142
wordt verlicht in-
op het scherm
kan
»
163