model van het instrumentenpaneel. Bij
het bereiken van deze limietwaarden,
wordt het geheugen automatisch gewist
en telt het systeem opnieuw vanaf 0.
Rechtsboven op het display wordt het op dat
moment weergegeven geheugen aangege-
ven.
Geheugens veranderen
Wanneer het contact is ingeschakeld en
●
het geheugen 1 of 2 wordt weergegeven,
drukt u kort op de toets
om van het ene geheugen naar het andere te
wisselen.
Het geheugen 1 of 2 handmatig wissen
Selecteer het geheugen dat u wenst te wis-
●
sen.
Houd de toets
gedurende een 2-tal
●
seconden ingedrukt.
Mogelijke aanwijzingen
Tijd: Huidige tijd in uren (h) en minuten
●
(min).
Rijtijd: Geeft de uren (h) en minuten (min)
●
weer die verstreken zijn sinds het contact
werd ingeschakeld.
Verbruik: Het huidige energieverbruik wordt
●
aangegeven. Dit wordt tijdens het rijden aan-
gegeven in kilowattuur per 100 kilometer
(kWh/100 km). Wanneer de wagen stilstaat
70
met ingeschakeld aandrijfsysteem, wordt het
huidige energieverbruik aangegeven in kilo-
watt.
Gemiddeld verbruik: Indicatie van het ge-
●
middelde energieverbruik in kilowattuur per
100 kilometer (kWh/100 km). De indicatie ver-
schijnt nadat ongeveer 100 meter is afge-
legd. Tot dat moment staan er streepjes. De
aangegeven waarde wordt ongeveer om de
5 seconden bijgewerkt.
Actieradius: De geschatte afstand in km
●
die nog kan worden afgelegd met de huidige
›››
afb. 62
1
capaciteit van de accu wordt aangegeven,
indien dezelfde rijstijl en hetzelfde verbruik
worden aangehouden. De berekening vindt
plaats op basis van het huidige energiever-
bruik en andere factoren. Houd er rekening
mee dat de actieradius aanzienlijk kan varië-
ren, indien u bijv. de airco aanzet of een ander
rijprofiel kiest. De berekening van de actiera-
dius wordt ook beïnvloed door het verschil
tussen de temperatuur van het interieur en de
buitentemperatuur wanneer de airco is inge-
schakeld. Voor de verwachting van de actie-
radius geldt het volgende: Hoe meer energie
comfortverbruikers zoals de airco en stoelver-
warming verbruiken, hoe minder energie er
beschikbaar is voor de rest van het traject.
Beschikbaar vermogen: Tijdens het rijden
●
wordt op het display van het instrumentenpa-
neel het op dat moment beschikbare vermo-
gen van de elektromotor getoond
Bedienen
›››
pag.
66.
Gereden afstand: Afgelegde afstand in km
●
sinds het contact werd ingeschakeld.
Gemiddelde snelheid: De gemiddelde
●
snelheid wordt na inschakeling van het con-
tact al na ongeveer 100 meter weergegeven.
Tot dan worden streepjes getoond. De aan-
gegeven waarde wordt ongeveer om de 5
seconden bijgewerkt.
Digitale indicatie van de snelheid: Digi-
●
taal weergegeven huidige snelheid.
Digitale buitentemperatuurmeter: Huidi-
●
ge buitentemperatuur in digitaal formaat.
Snelheidswaarschuwing bij --- km/u: Bij
●
het overschrijden van de opgeslagen snel-
heid, tussen 30 km/u (18 mpu) en 250 km/u
(155 mpu), klinkt een waarschuwingssignaal
en eventueel is er ook een optische waar-
schuwing. Afhankelijk van het land kan deze
waarschuwing ook verschijnen wanneer u
sneller dan 120 km/u (75 mpu) rijdt. Deze
waarschuwing is wettelijk verplicht en mag
niet gewijzigd worden.
Een snelheid vastleggen voor de snel-
heidswaarschuwing
Selecteer de weergave Snelheidswaar-
●
.
schuwing bij --- km/h
Druk op de toets
om de huidige
●
snelheid op te slaan en de waarschuwing uit
te schakelen.
Stel binnen 5 seconden de gewenste snel-
●
heid in via de tuimelschakelaar
van de