Wanneer u de diensten van SEAT CONNECT
contracteert voor uw wagen bent u als con-
tractant verplicht om, binnen het kader van
de wet inzake gegevensbescherming, elke
bestuurder van de wagen te informeren dat
deze online gegevens kan overbrengen of
ontvangen. Dit geldt ook voor het geval dat u
de wagen verkoopt of uitleent.
Indien u de verplichting om te informeren niet
naleeft, kan dit bepaalde rechten van de in-
zittenden schenden.
Gps-tracking: alle inzittenden raadplegen
Een aantal diensten van SEAT CONNECT
hebben gegevens van de wagen nodig om
op dat moment te bepalen of de wagen
wordt gebruikt of beweegt binnen vastgeleg-
de snelheidsbereiken, waar de wagen is ge-
parkeerd en of deze wordt gebruikt binnen
een specifiek geografisch gebied. Deze infor-
matie wordt getoond op de portaalsite My-
SEAT Portal en in de applicatie SEAT CON-
NECT.
Voordat u begint te rijden, moet u daarom
aan alle inzittenden van de wagen vragen of
ze akkoord gaan met de geactiveerde dien-
sten. Is dat niet het geval, dan deactiveert u
de dienst in kwestie (indien mogelijk), of mo-
gen de inzittenden geen gebruik maken van
de wagen. Indien u hier niet rekening mee
houdt, dan kan dat bepaalde rechten van de
inzittenden schenden.
Connectiviteit
Gps-tracking: aanduiding
Indien in de wagen af fabriek een regelappa-
raat is gemonteerd dat de geografische posi-
tie en rijsnelheid overbrengt, dan heeft de
wagen doorgaans deze aanduiding
›››
afb. 133
(bijv. in de dakconsole). De afwe-
›››
zigheid van deze aanduiding
wagen garandeert niet dat het regelappa-
raat de geografische positie en rijsnelheid
van de wagen niet overbrengt.
Persoonsgegevens
SEAT verzamelt, verwerkt en gebruikt de per-
soonsgegevens van de gebruiker binnen het
wettelijke kader. Op de website van SEAT kunt
u de actuele privacyverklaring raadplegen.
Diensten van SEAT CONNECT deac-
tiveren
afb. 133
in de
Sticker die achteraf in de wagen
Afb. 134
wordt gekleefd en aangeeft dat de diensten
van SEAT CONNECT permanent zijn gedeacti-
veerd.
Om de functie van SEAT CONNECT perma-
nent uit te schakelen, moet u in een gespeci-
aliseerde werkplaats vragen om het regelap-
paraat met de naam "Regelapparaat voor
noodoproepmodule en communicatie-een-
heid" uit te schakelen.
Na uitschakeling van de "Regelapparaat voor
noodoproepmodule en communicatie-een-
heid" plaatst de werkplaats meestal de stic-
›››
ker
afb. 134
console. De sticker geeft aan dat de diensten
van "Remote Access" niet functioneren.
Indien u de wagen verkoopt of langere tijd uit-
leent, waarschuw de koper of gebruiker dan
dat de diensten en het regelapparaat ge-
deactiveerd zijn.
in de wagen, bijv. in de dak-
145