De gordel moet worden schoongehou-
●
den, omdat door ernstige vervuiling de
werking van de gordelautomaat kan wor-
den belemmerd.
Frontale botsingen en natuurkundi-
ge wetten
De niet-vastgegespte bestuurder vliegt
Afb. 7
naar voren.
Veiligheidsgordels
De niet-vastgegespte passagier op een
Afb. 8
zitplaats achterin vliegt naar voren op de vast-
gegespte bestuurder.
Het is gemakkelijk uit te leggen hoe de na-
tuurwetten werken bij een frontale botsing:
wanneer een wagen in beweging komt, ont-
staat, zowel in de wagen als bij de inzittenden
hiervan, een energie die "kinetische energie"
genoemd wordt.
De kracht van de "kinetische energie" is sterk
afhankelijk van de snelheid van de wagen,
het gewicht van de wagen en van de inzitten-
den. Hoe hoger, hoe meer energie "geabsor-
beerd" moet worden bij een ongeval.
De snelheid van de wagen is echter de be-
langrijkste factor. Als bijv. de snelheid wordt
verdubbeld van 25 km/u (15 mph) naar 50
km/u (30 mph), wordt de overeenstemmende
kinetische energie verviervoudigd!
Omdat de inzittenden van de wagen in ons
voorbeeld geen veiligheidsgordels dragen,
wordt bij een botsing de totale bewegings-
energie van de inzittenden van de wagen al-
leen door de botsing afgebouwd.
Zelfs als u niet sneller rijdt dan 30 km/u (19
mph) en 50 km/u (30 mph), komen er bij een
botsing krachten vrij op het lichaam die al
snel een ton (1.000 kg) kunnen overschrijden.
De op uw lichaam werkende krachten wor-
den bij hogere snelheden zelfs nog sterker.
Inzittenden van de wagen die hun veiligheids-
gordels niet hebben omgegespt, zijn dus niet
met de wagen "verbonden". Bij een frontale
botsing zullen deze personen dus met dezelf-
de snelheid verder bewegen als waarmee de
wagen zich voor de botsing heeft bewogen!
Dit voorbeeld geldt niet alleen voor frontale
botsingen, maar ook bij alle andere soorten
botsingen en aanrijdingen.
Al bij lage botssnelheden komen op het li-
chaam krachten vrij die niet meer met de
handen kunnen worden afgeweerd. Bij een
frontale botsing worden niet-vastgegespte
inzittenden naar voren geslingerd en stoten zij
ongecontroleerd tegen delen in het interieur,
zoals het stuurwiel, het dashboard en de
›››
voorruit
afb.
7.
Ook voor inzittenden op de zitplaatsen ach-
terin is het belangrijk de gordel juist om te
gespen omdat zij bij een aanrijding ongecon-
troleerd door de wagen worden geslingerd.
Een niet-vastgegespte passagier op een zit-
plaats achterin brengt niet alleen zichzelf,
»
17