De wielen van een as dragen meer last (bij-
●
voorbeeld bij het rijden met een aanhangwa-
gen of bij het op- en afrijden van steile hellin-
gen).
De wagen met sneeuwkettingen rijdt.
●
Het reservewiel gemonteerd is.
●
Het wiel van een as werd vervangen.
●
Bandenspanning instellen
Na het wijzigen van de bandenspanning of
het vervangen van één of meerdere wielen,
›››
de toets
afb. 169
ingedrukt houden, met
ingeschakeld contact, tot een akoestisch sig-
naal klinkt.
Als de wielen een te hoge last dragen (bij-
voorbeeld bij het rijden met een aanhangwa-
gen of bij een te zware belasting), dient de
bandenspanning te worden bijgesteld vol-
gens de aanbevolen waarde in geval van
maximale belasting (zie sticker
Indrukken de toets van het controlesysteem
voor banden om de nieuwe spanningswaar-
de te bevestigen.
ATTENTIE
Als de bandenspanning verschillend of te
laag is, kan een van de banden kapot gaan
en kunt u de controle over de wagen verlie-
zen, wat kan leiden tot een ernstig of dode-
lijk ongeval.
Indien het controlelampje
●
middellijk de snelheid verminderen en
208
bruuske rem- of draaimanoeuvres vermij-
den. Zo snel mogelijk stoppen en de staat
en de spanning van alle banden controle-
ren.
Het bandenspanningscontrolesysteem
●
werkt alleen correct als alle banden in kou-
de toestand de correcte bandenspanning
hebben.
Als de band niet lek is en niet noodzakelij-
●
kerwijs onmiddellijk vervangen moet wor-
den, rijd dan met lage snelheid naar de
dichtstbijzijnde gespecialiseerde werk-
plaats en laat de bandenspanning contro-
leren en aanpassen.
Let op
Als u voor het eerst op hogere snelheid
●
rijdt met nieuwe banden, kunnen deze iets
uitzetten, hetgeen resulteert in een ban-
denspanningswaarschuwing.
›››
afb.
166).
Vertrouw niet alleen maar op het ban-
●
denspanningscontrolesysteem. Controleer
de banden regelmatig om er zeker van te
zijn dat de bandenspanning correct is en
dat de banden niet beschadigd zijn (ste-
ken, sneden, scheuren en bulten). Haal
vreemde voorwerpen uit de band, mits ze
de band niet doorboren.
De bandenspanningsindicatie werkt niet
●
als een storing is opgetreden in de ESC of
›››
het ABS
Bij het loskoppelen van de accu zal het
●
oplicht, on-
gele
controlelampje oplichten bij het in-
Advies en actie
pag.
168.
schakelen van het contact. Na een korte rit
dient het lampje uit te gaan.