Parkeren
De wagen parkeren
Houd rekening met de wettelijke bepalingen
wanneer u de wagen parkeert.
Let op het volgende wanneer u de wagen
parkeert:
Parkeer de wagen op een geschikte, stevi-
●
›››
ge ondergrond
.
›››
Trek de handrem aan
●
Zet de keuzehendel in stand P.
●
Schakel het aandrijfsysteem uit.
●
Het stuurwiel licht draaien, om het stuurslot
●
te vergrendelen.
Neem bij het uitstappen alle autosleutels
●
mee.
Ook op steile hellingen
Draai voordat u de motor uitzet het stuurwiel
zodanig dat, als de geparkeerde wagen in
beweging zou komen, de wagen tegen de
stoeprand rolt.
Draai de voorwielen op hellingen zodanig
●
dat ze tegen de stoeprand drukken.
Draai de voorwielen op hellingen zodanig
●
dat ze naar het midden van de weg wijzen.
170
ATTENTIE
Parkeer niet in omgevingen waarin het
●
hete uitlaatsysteem in contact kan komen
met droog gras, struikgewas, uitgelopen
brandstof of andere ontvlambare materia-
len.
Laat passagiers niet in een gesloten wa-
●
gen, mogelijk kunnen ze de portieren of rui-
ten niet openen. Door gesloten portieren
kan de redding moeilijker verlopen.
Nooit kinderen zonder toezicht in de wa-
●
gen achterlaten. Ze zouden bijvoorbeeld
pag.
167.
de handrem los kunnen maken en/of de
versnellings-/keuzehendel bewegen en zo
de wagen ongecontroleerd in beweging
kunnen zetten.
Afhankelijk van het jaargetijde kunnen in
●
een geparkeerde wagen levensgevaarlijke
temperaturen bereikt worden.
Rijden
Hulpsystemen om te par-
keren en manoeuvreren
Parkeerhulp*
De parkeerhulp helpt de bestuurder bij het in-
parkeren. Indien een obstakel dichtbij de ach-
terzijde van de wagen komt, weerklinkt met
tussenpozen een geluidssignaal. Hoe korter
de afstand, des te korter het geluidsinterval.
Indien u te dicht bij het obstakel komt, weer-
klinkt een continu geluidssignaal.
Als u nog dichter bij het obstakel komt en het
signaal ononderbroken hoorbaar is, kan het
systeem de afstand niet meer meten.
De sensoren in de achterbumper verzenden
en ontvangen ultrafrequente signalen. Zolang
de ultrafrequente signalen duren (zenden,
weerkaatsen tegen obstakels en ontvangen),
berekent het systeem constant de afstand
tussen de bumper en het desbetreffende ob-
stakel.
Inleiding tot thema
ATTENTIE
De parkeerhulp kan de opmerkzaamheid
van de bestuurder niet vervangen.
De sensoren hebben dode hoeken waarin
●
personen en objecten niet kunnen worden
waargenomen.