Factoren van activering
Er kunnen geen algemene uitspraken worden
gedaan over de omstandigheden die leiden
tot het activeren van het airbagsysteem in
elke situatie. Wel zijn er een aantal factoren
die een belangrijke rol spelen, zoals bijvoor-
beeld de eigenschappen van het voorwerp
dat botst tegen het voertuig (hard/zacht),
botshoek, rijsnelheid enz.
Doorslaggevend voor de activering van de
airbags is het traject van vertraging.
Het regelapparaat analyseert het traject van
de botsing en activeert het betreffende be-
vestigingssysteem.
Indien tijdens de botsing de gemeten vertra-
ging van het voertuig die daaruit volgt onder
de vooraf ingestelde referentiewaarden in het
regelapparaat blijft, zullen de airbags niet af-
gaan zelfs al kan het voertuig ernstig ver-
vormd worden.
Bij ernstige frontale botsingen worden de
volgende airbags geactiveerd:
Voorairbag van de bestuurder.
●
Voorairbag van de bijrijder.
●
Bij ernstige botsingen van opzij worden de
volgende airbags geactiveerd:
Zij-airbag vooraan aan de zijde van het on-
●
geval.
Hoofdairbag aan de zijde van het ongeval.
●
Airbagsysteem
Bij een ongeval met activering van de air-
bag:
gaan de lampjes van het interieur branden
●
(indien de schakelaar voor binnenverlichting
in portierschakelaarstand staat);
worden de knipperlichten tegelijk ingescha-
●
keld;
worden alle portieren ontgrendeld;
●
wordt de toevoer van elektrische stroom
●
naar de motor afgesloten.
Werking van de airbags
Controlelampjes van het airbag-
systeem
Gaat branden in het instrumen-
tenpaneel
Storing in het systeem van airbags en gordelspan-
ners.
Laat het systeem onmiddellijk door een specialist
controleren.
Gaat branden in het dash-
board
Storing in het airbagsysteem.
Laat het systeem onmiddellijk door een specialist
controleren.
Voorairbag van de bijrijder uitgeschakeld.
Controleer of de airbag uitgeschakeld moet blijven
Wanneer het contact wordt ingeschakeld,
gaan sommige controle- en waarschuwings-
lampjes enkele seconden aan terwijl ze een
werkingscontrole uitvoeren. Na enkele secon-
den gaan de lampjes uit.
Indien het controlelampje van het airbag- en
gordelspansysteem
vast brandt of knip-
pert, geeft dat aan dat er een storing is in het
›››
systeem
. Laat het systeem onmiddellijk
door een specialist controleren.
Indien de voorairbag van de bijrijder uitge-
schakeld is en het controlelampje
niet blijft branden, of brandt sa-
men met het controlelampje
strumentenpaneel, kan het zijn dat er een
storing aanwezig is in het airbagsysteem
›››
.
ATTENTIE
Bij een storing van het airbag- en gordel-
spansysteem kunnen de airbags moeilijk,
helemaal niet of zelfs onverwacht worden
geactiveerd.
van het in-
»
23