Veiligheid
Veilig rijden
Rijadviezen
Veilig op weg
ATTENTIE
In dit hoofdstuk vindt u belangrijke infor-
●
matie over hoe u en uw bijrijders met uw
wagen om kunnen gaan. De overige be-
langrijke informatie die u moet kennen voor
uw eigen veiligheid en voor de veiligheid
van uw bijrijders, vindt u ook in de andere
hoofdstukken van uw wagendocumentatie.
Zorg ervoor dat de complete wagendo-
●
cumentatie altijd in uw wagen ligt. Dit geldt
in het bijzonder wanneer u de wagen aan
anderen uitleent of verkoopt.
Voordat u begint te rijden
Let vóór elke rit op de volgende punten voor
uw eigen veiligheid en die van uw bijrijders:
Zorg ervoor dat de verlichting en de knip-
–
perlichten van uw wagen optimaal werken.
Controleer de bandenspanning.
–
10
Veiligheid
Zorg ervoor dat alle ruiten een helder en
–
goed zicht naar buiten bieden.
Hinder de luchttoevoer naar het systeem
–
van elektroaandrijving niet en dek hem ook
niet af met dekens of isolerende materialen.
Ervoor zorgen dat de bagage goed vastzit
–
›››
pag.
100.
Zorg ervoor dat geen enkel voorwerp de
–
bediening van de pedalen kan belemme-
ren.
Spiegels, voorstoel en hoofdsteun verstel-
–
len naargelang uw lichaamslengte.
Zorg dat de inzittenden op de achterbank
–
de hoofdsteun in gebruiksstand hebben
›››
pag.
97.
Bijrijders erop wijzen de hoofdsteunen naar-
–
gelang hun lichaamslengte te verstellen.
Kinderen beschermen met een geschikt
–
kinderzitje en een op een juiste wijze omge-
›››
gespte veiligheidsgordel
pag.
Juiste zithouding aannemen. Ook bijrijders
–
erop wijzen de juiste zithouding aan te ne-
›››
men
pag.
11.
Steeds de veiligheidsgordel juist omges-
–
pen. Ook bijrijders erop wijzen de veilig-
heidsgordel juist om te gespen
Wat beïnvloedt de rijveiligheid ne-
gatief?
Als bestuurder draagt u de verantwoordelijk-
heid voor uzelf en uw bijrijders.
U niet laten afleiden van het verkeer bijv.
–
door uw bijrijders of een telefoongesprek.
Nooit rijden als uw rijvaardigheid is beïn-
–
vloed (bijv. door medicijnen, alcohol, drugs).
Verkeersregels en de aangegeven snelhe-
–
den aanhouden.
De snelheid altijd aan de weg-, verkeers-
–
en weersomstandigheden aanpassen.
Tijdens lange ritten regelmatig pauzeren –
–
ten minste eens in de twee uur.
Indien mogelijk niet rijden wanneer u moe
–
bent of onder tijdsdruk staat.
ATTENTIE
28.
Het rijden onder de invloed van alcohol,
drugs, medicijnen en verdovende middelen
kan ernstige zelfs dodelijke ongevallen ver-
oorzaken.
Alcohol, drugs, medicijnen en verdoven-
●
de kunnen de waarneming, reactietijd en
veiligheid tijdens het rijden aanzienlijk
›››
pag.
14.
schaden. U kunt hierdoor de controle over
de wagen verliezen.