Download Print deze pagina

Seat Mii Electric 2019 Instructieboekje pagina 54

Advertenties

Om de wagen niet te beschadigen, bouwt
u de afdichting en het sleepoog voorzichtig
uit en in.
Aanwijzingen voor het starten bij
slepen
Tijdens het slepen moet in de gesleepte wa-
gen de verandering van richting aangegeven
worden, al zijn de noodknipperlichten inge-
schakeld. Daarvoor moet de overeenkomsti-
ge knipperlichthendel met ingeschakeld con-
tact worden bediend. Tijdens deze periode
blijven de noodknipperlichten uit. Wanneer u
de hendel van de knipperlichten opnieuw in
neutrale stand plaatst, zullen de noodknip-
perlichten automatisch opnieuw inschakelen.
De wagen niet aan- of wegslepen in de
volgende gevallen
In de volgende situaties mag de wagen niet
gesleept worden:
Op het scherm van het instrumentenpaneel
verschijnt het bericht: Het slepen bescha-
digt het elektrische systeem. Hand-
.
matig!
De voeding van de elektrische installatie
van 12 volt kan niet gegarandeerd worden.
De accu van 12 volt is ontladen.
52
Noodgevallen
De indicatie van het scherm van het instru-
mentenpaneel werkt niet correct.
Zet de keuzehendel niet in stand N.
Er kan niet worden gegarandeerd dat de
wielen zonder problemen draaien of dat de
stuurinrichting werkt na een ongeval.
Indien de wagen niet gesleept kan worden op
zijn wielen om een van de boven genoemde
redenen, vraag dan hulp aan gespecialiseerd
personeel en laat de wagen zo nodig weg-
brengen zonder dat de wielen het wegdek ra-
ken. Informeer de personen die betrokken zijn
bij het slepen, met name de organiserende
centrale en het vervoerbedrijf, dat het gaat
om een elektrische auto.
Starten door slepen
De wagen is niet geschikt om via slepen ge-
start te worden door andere voertuigen.
De wagen kan om technische redenen door
aanslepen niet worden gestart. Probeer het
aandrijfsysteem in te schakelen met de start-
›››
hulp
pag.
49.
Wegslepen
Voorafgaande stappen
Maak de sleepkabel of -stang enkel vast
aan de daarvoor bestemde bevestigingspun-
›››
ten
pag.
50.
Let erop dat de sleepkabel niet verdraaid is.
Anders kan het sleepoog losgeschroefd wor-
den tijdens het slepen.
Schakel het contact en de alarmlichten van
beide voertuigen in. Houd rekening met ande-
re bepalingen die mogelijk van toepassing
zijn.
Houd ook rekening met de aanwijzingen
over het slepen in het instructieboekje van het
andere voertuig.
Trekkend voertuig (vooraan)
Deze wagen is niet geschikt om andere auto's
te slepen.
Getrokken voertuig (achteraan)
Zorg ervoor dat het contact is ingeschakeld
zodat het stuur niet wordt vergrendeld en in-
dien nodig de knipperlichten en ruitenwissers
kunnen worden gebruikt.
De elektromechanische rembekrachtiger
en stuurbekrachtiging werken enkel met inge-
schakeld contact of aandrijfsysteem. Anders
moet het rempedaal krachtig worden inge-
trapt en is meer kracht nodig om het stuur te
draaien.

Advertenties

loading