Sluit eerst de laadkabel aan op de elektri-
●
sche voeding of verwijder deze kabel uit het
laadstation.
Rol de laadkabel volledig uit.
●
Met ontgrendelde wagen drukt u op de klep
●
van de laadaansluiting, achteraan aan de zij-
kant rechts, om deze te openen
Steek de laadsteker in de laadaansluiting
●
›››
afb. 150
.
2
Zodra de steker wordt gedetecteerd, gaat de
indicator van het laadproces geel branden
›››
afb. 150
. Op het display van het instru-
1
mentenpaneel gaat het controlelampje
branden.
Automatische start van het laadproces
Indien het uitgesteld laden niet geactiveerd is,
begint het laden automatisch. Het laadstati-
on moet zo nodig geactiveerd worden.
Tijdens het laden is de laadsteker vergren-
deld en kan hij niet verwijderd worden.
Tijdens het laden
Tijdens het laden knippert de indicator van
›››
het laadproces
afb. 150
groen. In het
1
instrumentenpaneel knippert het controle-
lampje
geel.
Op het display in het instrumentenpaneel
wordt de resterende laadtijd aangegeven.
Accu met hoogspanning
Het laadproces onderbreken of beëindi-
gen
Druk op de toets van de laadmodus
151
om het laadproces te onderbreken. De
laadsteker blijft vergrendeld. Het laadproces
kan opnieuw worden geactiveerd door nog-
maals te drukken op de toets van de laadmo-
›››
afb.
150.
dus.
Indien u de laadsteker wenst uit te trekken,
ontgrendelt u de wagen met de sleutel.
Indien het laden automatisch eindigt en de
hoogspanningsaccu opgeladen is:
Ontgrendel de wagen met uitgeschakeld
●
contact.
Haal de laadsteker uit de laadaansluiting
●
binnen 30 seconden.
Trek de laadkabel uit de voeding.
●
Plaats de beschermdoppen terug indien ze
●
aanwezig zijn.
Sluit de klep van de laadaansluiting tot hij
●
hoorbaar vastklikt.
Voor het eerst laden en laden na een lan-
ge periode van stilstand
Wanneer de hoogspanningsaccu nieuw is of
lange tijd niet werd opgeladen, bereikt hij mo-
gelijk zijn maximale laadpeil pas na verschei-
dene laadbeurten. Dit is om technische rede-
nen, het gaat niet om een abnormale werking
van de wagen.
Indien u de wagen gedurende langere tijd
niet gaat gebruiken, laad de hoogspannings-
accu dan uiterlijk om de 4 maanden op.
›››
afb.
Let op
Indien de laadkabel aangesloten blijft na
het opladen, wordt de hoogspanningsaccu
niet ontladen door het gebruik van stroom-
verbruikers in de wagen.
Snelladen in een laadstation (DC)
Achter de klep van de laadaansluiting
Afb. 152
van de accu: laadaansluiting (schematische
voorstelling).
›››
Legenda van
afb. 152
Indicator van het laadproces
1
Laadaansluiting
2
Beschermdoppen
3
»
181