Advertenties
Rijden
Aandrijf- en rijsysteem
Aanwijzingen voor het rijden
Functies van de elektroaandrijving
Afgeleverd vermogen van de elektromotor
Het maximumkoppel van de elektromotor is
beschikbaar net nadat u het gaspedaal hebt
ingetrapt.
Energieterugwinning bij het remmen (la-
den)
Bij het remmen wordt elektrische energie ge-
genereerd via de elektromotor en opgesla-
›››
gen in de hoogspanningsaccu
Dit gebeurt ook in mindere mate wanneer de
wagen zich door inertie verplaatst of bergaf
rijdt in de deceleratiefase.
Naarmate de laadtoestand van de hoog-
spanningsaccu toeneemt, verlaagt de terug-
winning en dus ook het effect van de motor-
rem. Wanneer de hoogspanningsaccu volle-
dig is opgeladen, vindt er geen energieterug-
winning plaats en het effect van de motorrem
›››
is niet beschikbaar
.
De energieterugwinning kan worden getoond
op het scherm van het instrumentenpaneel of
Aandrijf- en rijsysteem
in de applicatie die op de smartphone is ge-
installeerd.
Functie van trage verplaatsing
Bij de functie van trage verplaatsing rijdt u
langzaam, met ongeveer 5 km/u (3 mpu),
vooruit of achteruit zonder het gaspedaal in
te trappen.
De functie van trage verplaatsing wordt auto-
matisch geactiveerd:
Wanneer het aandrijfsysteem is ingescha-
●
keld en de keuzehendel wordt in stand D/B
gezet of de achteruitversnelling R wordt ge-
kozen.
Telkens de keuzehendel in stand D/B of R
●
wordt gezet.
Wanneer de wagen rijdt met een snelheid
●
van minder dan 10 km/u (6 mpu) en het be-
pag.
148.
stuurdersportier wordt geopend.
Wanneer met stilstaande wagen en inge-
●
trapt rempedaal het bestuurdersportier wordt
geopend of de bestuurder zijn/haar veilig-
heidsgordel losmaakt.
De functie van trage verplaatsing wordt uit-
geschakeld indien met gesloten bestuurder-
sportier en omgegespte veiligheidsgordel
van de bestuurder:
Sneller dan 10 km/u (6 mpu) wordt gere-
●
den.
De keuzehendel in stand P of N staat.
●
Indien na inschakeling van het aandrijfsys-
●
teem de wagen al eens in beweging was.
ATTENTIE
Iedere onbedoelde beweging van de wa-
gen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
Wanneer het aandrijfsysteem is inge-
●
schakeld en de keuzehendel bevindt zich in
stand D/B of de achteruitversnelling is ge-
kozen, moet de wagen worden gestopt
door het rempedaal in te trappen. Ook bij
uitgeschakeld aandrijfsysteem is het mo-
gelijk dat de krachtoverbrenging niet volle-
dig wordt onderbroken en dat de wagen
zich "langzaam blijft verplaatsen".
Verlaat de wagen nooit terwijl de keuze-
●
hendel in stand N of D/B staat. De wagen
kan bergaf rollen, of het aandrijfsysteem nu
is ingeschakeld of niet.
ATTENTIE
Naarmate de laadtoestand van de hoog-
spanningaccu toeneemt, vermindert het ef-
fect van de motorrem veroorzaakt door de
energieterugwinning bij het remmen; het
effect kan zelfs volledig geannuleerd wor-
den.
Voordat u begint aan een lang traject
●
met sterke afdalingen, verlaagt u de snel-
heid.
Tijdens een lang traject met sterke afde-
●
lingen verlaagt u de snelheid met de rem
van de wagen.
147
Advertenties
