De led flitst groen gedurende onge-
3
veer 1 minuut: Het uitgesteld laden is ge-
activeerd (vertrektijd), maar is nog niet
›››
begonnen
pag.
183.
De led knippert geel: De parkeerver-
4
grendeling P is niet ingeschakeld.
De led gaat kort geel branden: De
5
laadsteker werd in de laadaansluiting ge-
stoken en de wagen heeft dit gedetec-
teerd.
De led gaat permanent geel branden:
Er werd geen elektriciteitsnet gedetec-
teerd. Controleer de voeding en het elek-
triciteitsnet. Wanneer de laadkabel voor
het elektriciteitsnet wordt gebruikt, wordt
op de beveiliging de staat van het net-
werk aangegeven. Roep de hulp van vak-
mensen in.
De led gaat permanent rood branden:
6
De laadsteker kon niet vergrendeld wor-
den. Trek de laadsteker uit en steek hem
weer in de laadaansluiting. Als het pro-
bleem zich blijft voordoen, vraag dan
hulp aan gespecialiseerd personeel.
De led knippert rood: Er is een storing in
het laadsysteem. Roep de hulp van vak-
mensen in.
Wanneer het laadproces actief is, wordt dit
aangegeven in het instrumentenpaneel met
een controlelampje; op het scherm van het
paneel wordt de resterende laadtijd getoond
›››
pag.
64.
Accu met hoogspanning
Problemen en oplossingen
Het laadproces start niet of werd onder-
broken
Op het display van het instrumentenpaneel
verschijnt een bericht.
Gebruik een andere laadbron
●
Of: trek de laadkabel uit de wagen en steek
●
hem weer in.
Of: mogelijk is er een defect aan het laad-
●
systeem. Raadpleeg een gespecialiseerde
werkplaats.
Het snelladen werkt niet
Op het display van het instrumentenpaneel
verschijnt een bericht.
Het snelladen kan niet plaatsvinden met ge-
lijkstroom.
Fout van het laadsysteem.
Raadpleeg een gespecialiseerde werk-
●
plaats.
Als alternatief kunt u de hoogspanningsac-
●
cu opladen met wisselstroom (AC).
De laadtijd is langer bij gebruik van de
snellaadfunctie
De laadstroom wordt automatisch vermin-
derd tijdens het laden.
De hoogspanningsaccu moet beschermd
worden tegen oververhitting indien verschei-
dene laadcycli na elkaar plaatsvinden, bijv.
wanneer de wagen continu en bij hoge om-
gevingstemperaturen wordt gebruikt.
›››
Noodontgrendeling van de laadste-
pag.
177.
ker
Vereisten:
De parkeervergrendeling P is ingeschakeld
●
›››
pag.
155.
De wagen is ontgrendeld
●
Het laadproces werd beëindigd of onder-
●
›››
broken
pag.
Indien de laadsteker toch niet losgekoppeld
kan worden, voert u een noodontgrendeling
van de steker uit.
Noodontgrendeling van de laadsteker
Houd de toets van de laadmodus
●
de onderzijde van de middenconsole inge-
drukt. Druk tegelijk op de knop
trale vergrendeling in het bestuurdersportier.
Trek de steker uit de laadaansluiting.
●
Laat de wagen zo snel mogelijk nakijken in
●
een gespecialiseerde werkplaats.
Indien het probleem zich blijft voordoen, ga
dan naar een gespecialiseerde werkplaats.
›››
pag.
79.
177.
aan
van de cen-
»
185