tot levensgevaarlijk lichamelijk letsel lei-
den.
Alle inzittenden, ook kinderen die niet
●
juist zijn vastgegespt, kunnen levensge-
vaarlijk lichamelijk letsel oplopen als de
airbag wordt geactiveerd. Kinderen t/m 12
jaar moeten altijd op de zitplaatsen achter-
in worden vervoerd. Neem nooit kinderen
mee in de wagen als deze niet vastgegespt
kunnen worden of als deze niet over een
kinderzitje beschikken dat geschikt is voor
hun lengte en gewicht.
Om het risico op lichamelijk letsel door
●
een geactiveerde airbag te reduceren, al-
tijd de veiligheidsgordel juist dragen
›››
pag.
14.
Beschrijving van het airbagsys-
teem
Het airbagsysteem biedt in combinatie met
de veiligheidsgordels een bijkomende be-
scherming voor de inzittenden.
Het airbagsysteem bestaat (afhankelijk
van de installatie) uit de volgende modu-
les:
Elektronisch regelapparaat
●
Voorairbags voor de bestuurder en bijrijder
●
Zij-airbags voor bestuurder en voorpassa-
●
gier.
22
Veiligheid
Hoofdairbag
●
Controlelampje
van de airbag in het in-
●
›››
strumentenpaneel
pag. 23
Sleutelschakelaar voor de voorairbag van
●
de bijrijder
Controlelampje voor het uitschakelen/in-
●
schakelen van de voorairbag van de bijrijder.
De werking van het airbagsysteem wordt
elektronisch gecontroleerd. Telkens wanneer
het contact wordt ingeschakeld, gaat het air-
bagcontrolelampje enkele seconden bran-
den (zelfdiagnose).
Er is een storing in het systeem als het
controlelampje
:
gaat niet branden wanneer het contact
●
›››
wordt ingeschakeld
pag.
23,
niet na ca. vier seconden uitgaat nadat het
●
contact werd ingeschakeld,
weer gaat branden nadat het contact werd
●
ingeschakeld en het controlelampje uitging,
gaat branden of knipperen tijdens het rij-
●
den.
Het airbagsysteem wordt niet geactiveerd
bij:
uitgeschakeld contact,
●
lichte frontale botsingen,
●
lichte botsingen van opzij;
●
botsingen van achteren;
●
over de kop slaan.
●
ATTENTIE
De maximale beschermende werking van
●
de veiligheidsgordels en het airbagsys-
teem wordt alleen bij een correcte zitposi-
›››
tie bereikt
pag.
11.
Als er een storing in het airbagsysteem is,
●
moet het systeem direct in een werkplaats
van een officiële dealer worden gecontro-
leerd. Anders bestaat het gevaar dat de
airbags bij een botsing helemaal niet of
niet optimaal worden geactiveerd.
Activering van de airbag
De airbag wordt in een fractie van een se-
conde en met hoge snelheid opgeblazen om
bij een ongeval extra bescherming te kunnen
bieden. Als de airbags worden ontvouwen,
kan fijn stof ontstaan. Dit is normaal en geen
teken van vuur in de wagen.
Het airbagsysteem is enkel klaar voor werk-
ing met ingeschakeld contact.
In bijzondere omstandigheden van ongeval-
len kunnen verscheidene airbags tegelijk af-
gaan.
Bij lichte botsingen frontaal, van opzij of van
achteren, kantelen of doorrollen van het voer-
tuig zullen de airbags niet afgaan.