vindt plaats op basis van het huidige energie-
verbruik en andere factoren.
Om te wisselen tussen de indicatie van de
●
actieradius en de dagteller, drukt u kort op de
instelknop in het instrumentenpaneel.
Indicatie van de toestand van de gordel op
de achterstoelen*
De gordelstatusindicatie toont de bestuurder
bij het inschakelen van het contact op het
display van het instrumentenpaneel of even-
tuele inzittenden van de zitplaatsen achterin
de veiligheidsgordels omgegespt hebben
›››
pag.
15.
ATTENTIE
Als u de waarschuwingslampjes negeert,
kan de wagen midden in het verkeer tot stil-
stand komen, of kunnen zich ongevallen of
ernstig letsel voordoen.
Negeer de waarschuwingslampjes nooit.
●
Breng de wagen tot stilstand zodra dit op
●
een veilige wijze mogelijk is.
Een defecte auto brengt een verhoogd ri-
●
sico op ongevallen met zich mee, zowel
voor de inzittenden als voor de andere
weggebruikers. Zet zo nodig de alarmlich-
ten aan en plaats de gevarendriehoek om
andere bestuurders te waarschuwen.
De wagen ver van het wegverkeer parke-
●
ren, op een plaats waar geen brandbare
materialen met het uitlaatsysteem in aan-
Instrumenten en controlelampjes
raking kunnen komen (bijv. droog gras,
brandstoffen).
ATTENTIE
Zelfs als de buitentemperatuur boven het
vriespunt ligt, kunnen wegen en bruggen
glad zijn.
Ook bij buitentemperaturen boven +4°C
●
(+39°F) kunnen zich ijsplekken vormen op
de weg, zelfs zonder dat het symbool "ijs-
kristal" weergegeven wordt.
De buitentemperatuurvoeler voert een
●
meting ter oriëntatie uit.
VOORZICHTIG
Het negeren van brandende controlelamp-
jes kan storingen tot gevolg hebben.
Let op
Wanneer er verschillende waarschuwingen
zijn, worden de symbolen na elkaar gedu-
rende een aantal seconden getoond en
blijven ze branden tot de storing wordt ver-
holpen.
Indicator van de rijgegevens (mul-
tifunctie-indicatie)
De indicator van de rijgegevens (multifunctie-
indicatie) toont diverse gegevens van de rit
en verbruikswaarden.
Omschakelen van de ene indicatie naar de
andere
Druk op de tuimelschakelaar
●
van de ruitenwisserhendel.
2
Geheugens van de rijgegevens
De multifunctie-indicatie is uitgerust met
twee automatisch werkende geheugens:
1
Deelgeheugen: Het geheugen verza-
melt de gegevens van het afgelegde
traject en het verbruik vanaf het inscha-
kelen tot het uitschakelen van het con-
tact. Indien het traject wordt onderbro-
ken gedurende meer dan 2 uur, wordt
het geheugen automatisch gewist. In-
dien minder dan twee uur na het uit-
schakelen van het contact verder wordt
gereden, voegt het systeem de nieuwe
gegevens toe aan de opgeslagen waar-
den.
2
Totaalgeheugen: In het geheugen wor-
den de waarden van een bepaald aan-
tal deeltrajecten geregistreerd, tot een
totaal van 19 uur en 59 minuten ofwel
1.999,9 km (mijl), afhankelijk van het
›››
afb. 62
»
69