Download Print deze pagina

Seat Mii Electric 2019 Instructieboekje pagina 70

Advertenties

Waarschuwings- en informatie-indicaties
Bij het inschakelen van het contact of tijdens
het rijden worden enkele functies en wagen-
componenten gecontroleerd op hun toe-
stand. De storingen worden op het scherm
van het instrumentenpaneel getoond met be-
hulp van waarschuwingssymbolen die, naar-
gelang het geval, vergezeld kunnen gaan van
een geluidssignaal. Afhankelijk van de uitvoe-
ring van het instrumentenpaneel, kan de
voorstelling variëren.
Huidig rijprofiel
Er kan gekozen worden uit drie verschillende
rijprofielen. Na het veranderen van het rijpro-
fiel wordt het nieuw gekozen profiel enkele
seconden getoond op het scherm van het in-
strumentenpaneel.
Kilometerteller
De totale kilometerteller registreert de totaal
afgelegde afstand van de wagen.
De dagteller ( trip ) geeft het aantal kilome-
ters weer dat na de laatste keer terugzetten
van de dagteller is afgelegd. Het laatste cijfer
geeft 100 m aan.
Druk kort op de toets

tussen de dagteller en de indicatie van de
actieradius.
Terwijl de dagteller wordt weergegeven,
drukt u langer op de toets
68
teller en eventueel andere aanwijzingen van
de multifunctie-indicatie terug op nul te zet-
›››
ten
pag.
veer 5 seconden op de toets drukt, wordt de
"oude" waarde van de dagteller hersteld.
Indicatie van het beschikbare vermogen
Tijdens het rijden wordt op het display van
het instrumentenpaneel het op dat moment
beschikbare vermogen van de elektromotor
getoond
Tijd
Schakel het contact in.
Om de tijd in te stellen, moet zo nodig ver-
anderd worden naar de weergave ervan;
druk daarvoor op de tuimelschakelaar van de
ruitenwisserhendel of op de instelknop van
het instrumentenpaneel.
Druk lang op de toets
van het uur te markeren. Dat gaat knipperen.
Om vooruit te gaan, drukt u op de toets
. Om snel vooruit te gaan, houdt u de

toets ingedrukt.
Druk kort op de toets
ren naar het veld van de minuten. Dat gaat
knipperen.
om te wisselen
Om vooruit te gaan, drukt u op de toets
. Om snel vooruit te gaan, houdt u de

toets ingedrukt.
om de dag-

Bedienen
69. Indien u langer dan onge-
›››
pag.
66.
om het veld

om te verande-

Om de instelling van de tijd te beëindigen,
drukt u opnieuw op de toets.
Buitentemperatuurmeter
Wanneer de buitentemperatuur lager is dan
+4 °C (+39 °F), wordt samen met deze tem-
peratuur het symbool "ijskristal"
ven (waarschuwing risico op ijzel). Aanvanke-
lijk knippert dit symbool en dan blijft het con-
tinu branden tot de buitentemperatuur hoger
›››
is +6°C (+43°F)
.
Als de wagen stilstaat met ingeschakelde on-
afhankelijke klimaatregeling of met zeer lage
snelheid rijdt, kan de weergegeven tempera-
tuur door stralingswarmte van de motor iets
hoger zijn dan de werkelijke temperatuur van
de elektroaandrijving.
Het meetbereik van de temperatuur gaat van
-40 °C tot +50 °C (-40 °F tot +122 °F).
Keuzehendelstanden
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt
zowel naast de keuzehendel met verlichte let-
ters als op het display van het instrumenten-
paneel aangegeven.
Indicatie van actieradius
De geschatte afstand in km die nog kan wor-
den afgelegd met de huidige capaciteit van
de accu wordt aangegeven, indien dezelfde
rijstijl wordt aangehouden. De berekening
weergege-

Advertenties

loading