Wanneer er een storing is in het hoog-
●
spanningssysteem, kan de motor automa-
tisch worden uitgeschakeld en een indica-
tie worden getoond in het instrumentenpa-
neel. In dat geval blijft de motor uitgescha-
keld tot voldoende gekwalificeerd en ge-
traind technisch personeel de storing ver-
helpt.
Wanneer werkzaamheden plaatsvinden
●
aan het hoogspanningssysteem, met name
aan de oranje hoogspanningskabels, de
hoogspanningscomponenten of de hoog-
spanningsaccu, moeten de richtlijnen van
SEAT worden nageleefd.
ATTENTIE
Bij een verkeerde ingreep aan het hoog-
spanningssysteem of de hoogspannings-
componenten kunnen er zich storingen, on-
gevallen en letsels voordoen.
Enkel voldoende gekwalificeerd en opge-
●
leid technisch personeel is geautoriseerd
om werkzaamheden uit te voeren aan het
hoogspanningssysteem en aan andere
systemen die er onrechtstreeks invloed op
kunnen hebben.
ATTENTIE
Iedere onbedoelde beweging van de wa-
gen tijdens het onderhoud kan ernstig let-
sel tot gevolg hebben.
Voer nooit werkzaamheden uit onder de
●
wagen zonder hem eerst stilgezet te heb-
190
Advies en actie
ben, zodat hij zich niet kan verplaatsen.
Wanneer u werkt onder de wagen met de
wielen op de grond, moet de wagen zich op
een effen oppervlak bevinden, de wielen
moeten geblokkeerd zijn en de autosleutel
moet uit het contactslot zijn gehaald.
Indien u moet werken onder de wagen,
●
moet u hem ook vastzetten met geschikte
bokken. Een krik is niet geschikt hiervoor en
kan het gewicht mogelijk niet dragen, met
ernstige letsels tot gevolg.
ATTENTIE
De motorruimte van een voertuig is een ge-
vaarlijke zone waarin zich ernstige letsels
kunnen voordoen!
Wanneer u eraan moet werken, moet u
●
steeds uiterst voorzichtig handelen en de
algemene veiligheidsmaatregelen in acht
nemen. Breng uzelf nooit in gevaar.
Werk nooit in de motorruimte indien u niet
●
vertrouwd bent met de vereiste handelin-
gen. Indien u niet zeker weet wat u moet
doen, laat het werk dan uitvoeren in een
gespecialiseerde werkplaats. Indien werk-
zaamheden verkeerd worden uitgevoerd,
kan dit ernstige letsels tot gevolg hebben.
Nooit de motorkap openen of sluiten als u
●
ziet dat er stoom of koelvloeistof van de
motor uit komt. Warme stoom of koelvloei-
stof kan ernstige brandwonden veroorza-
ken. Wacht steeds tot u geen stoom of koel-
vloeistof uit de motorruimte meer ziet of
hoort komen.
Voordat u de motorkap opent, wacht u tot
●
het systeem van de elektroaandrijving en
de hoogspanningscomponenten zijn afge-
koeld.
Indien u warme delen van de elektroaan-
●
drijving aanraakt, kan uw huid verbranden.
Wanneer de elektroaandrijving voldoen-
●
de is afgekoeld, moet u letten op het vol-
gende voordat u de motorkap opent:
Schakel de handrem goed in en plaats
–
de keuzehendel in de stand P, of plaats
de versnellingshendel in neutrale
stand.
Schakel het contact uit, haal de sleutel
–
uit het contact en bewaar hem op een
veilige plek op voldoende afstand van
de wagen, zodat het contact niet per
ongeluk kan worden aangezet en het
elektrische systeem niet kan worden in-
geschakeld.
Houd kinderen altijd uit de buurt van de
–
motorruimte en laat ze nooit zonder
toezicht achter.
Wanneer de elektroaandrijving warm is,
●
staat het koelsysteem ervan onder druk.
Open de klep van het koelvloeistofexpan-
siereservoir van de motor niet wanneer de
aandrijving warm is. Anders kan koelvloei-
stof spatten en ernstige brandwonden of
andere letsels veroorzaken.