Draai de klep van het expansiereservoir
–
langzaam en erg voorzichtig linksom,
en oefen er tegelijk een lichte druk op
uit.
Bescherm steeds uw gezicht, handen
–
en armen tegen hete koelvloeistof of
stoom met een grote en dikke doek.
Wanneer u bedrijfsvloeistoffen bijvult,
●
moet u vermijden dat ze op onderdelen van
de motor of op het uitlaatsysteem vallen.
Gemorste vloeistoffen kunnen brand ver-
oorzaken.
ATTENTIE
Het elektrische systeem staat onder hoog-
spanning en kan elektrische schokken,
brandwonden en levensgevaarlijke letsels
veroorzaken!
Het elektrische systeem mag nooit kort-
●
gesloten worden. De accu van 12 volt kan
ontploffen.
Om het risico op een elektrische schok en
●
levensgevaarlijke letsels te verminderen,
mag u de hoogspanningscomponenten,
hoogspanningsaccu of het hoogspan-
ningssysteem (met name de oranje hoog-
spanningskabels) nooit aanraken terwijl de
aandrijving is of wordt ingeschakeld.
ATTENTIE
In de motorruimte zitten draaiende delen
die ernstige letsels kunnen veroorzaken.
Verificatie en bijvullen
Steek uw hand nooit in of in de buurt van
●
de koelluchtventilator. Het aanraken van de
bladen van de rotor kan ernstige letsels tot
gevolg hebben. De ventilator wordt geacti-
veerd volgens de temperatuur en kan auto-
matisch beginnen te werken, zelfs bij uitge-
schakeld contact en met uitgetrokken sleu-
tel.
Indien u werkzaamheden moet uitvoeren
●
wanneer de aandrijving is of wordt inge-
schakeld, moet u er steeds rekening mee
houden dat de draaiende delen (bijv. koel-
luchtventilator) levensgevaarlijk kunnen
zijn. Wees altijd uiterst voorzichtig.
Zorg er steeds voor dat geen enkel li-
–
chaamsdeel, sieraad, stropdas, losse
kleding of lang haar verstrikt kan raken
in de draaiende delen van de motor.
Voordat u begint te werken in de motor-
ruimte, moet u eventuele sieraden of
een stropdas uitdoen, uw haar opste-
ken en losse kleding goed aansluiten
zodat ze niet kunnen worden vastge-
grepen in motordelen.
Wanneer u het gaspedaal intrapt, wees
–
dan altijd uiterst voorzichtig. De wagen
kan zich verplaatsen zelfs als de elek-
tronische parkeerrem ingeschakeld is.
Geen voorwerpen, zoals poetslappen of
●
gereedschap, in de motorruimte achterla-
ten. Deze voorwerpen kunnen storingen,
schade aan de elektroaandrijving en brand
veroorzaken.
ATTENTIE
Indien u bijkomende isolerende elementen
(bijv. dekens) plaatst in de motorruimte, kan
dit de juiste werking van het systeem van
de elektroaandrijving verhinderen, brand
veroorzaken en leiden tot ernstige letsels.
Dek de elektroaandrijving nooit af met
●
dekens of andere isolerende materialen.
ATTENTIE
De bedrijfsvloeistoffen en bepaalde mate-
rialen van de motorruimte zijn uiterst ont-
vlambaar en kunnen brand en ernstige let-
sels veroorzaken! Rook nooit in de buurt
van de motorruimte.
Werk nooit dicht bij open vlammen of
●
vonken.
Giet nooit vloeistoffen op de elektroaan-
●
drijving. De vloeistoffen kunnen ontbran-
den wanneer ze in contact komen met war-
me delen van de elektroaandrijving en let-
sel veroorzaken.
Wanneer u moet werken aan de elektri-
●
sche installatie van 12 volt, houd dan reke-
ning met het volgende:
Koppel steeds de accu van 12 volt los.
–
Let erop dat de wagen ontgrendeld is
wanneer de 12 volt-accu losgekoppeld
wordt; anders wordt het alarmsysteem
geactiveerd.
Werk nooit in de buurt van verwarmin-
–
gen, kachels of open vlammen.
»
191