Voorbeeld:
Gebruiker A roept gebruiker B op, die is doorgestuurd naar gebruiker C. De display op
een systeemtelefoon bij gebruiker C zegt:
<CNIP A> / <CLIP A>
Deze omleidingsgegevens bij gebruiker C zijn beschikbaar voor CFU, CFB,
Oproepomleiding
(CD).
omgeleid
van.)
4. 5. 1. 1
Uitgaande oproep: met lokale oproepdoorscha-
keling
De configuratiemogelijkheden om de omleidingsgegevens zijn afhankelijk van de be-
stemmingsgebruiker:
Als de bestemmingsgebruiker is:
• een interne gebruiker in de lokale PINX, dan worden de omleidingsgegevens altijd
naar de opgeroepen gebruiker verstuurd.
• een PISN-gebruiker, een PISN-gebruiker in een virtueel netwerk, een geïntegreerde
mobiele/externe telefoongebruiker of een openbarenetwerkgebruiker, u kunt in de
trunkgroepconfiguratie (
roepen gebruiker moeten worden verstuurd of worden onderdrukt (
dingsgegevens).
• een openbarenetwerkgebruiker en als CLIR bij de gebruiker die de omleiding heeft
uitgevoerd wordt geactiveerd, dan zal de opgeroepen gebruiker noch de initiator
van de oproep kunnen zien dat deze is omgeleid. Dit ondanks dat de oproepende
gebruiker CLIR niet heeft geactiveerd. Om dit te voorkomen, kunt u de (
CLIR voor omgeleide oproepen
veren.
In een oproepdoorschakelingsketen met meerdere gebruikers wordt de naam/het num-
mer van de eerste gebruiker in de keten weergegeven als omleidingsgegevens aan de
opgeroepen gebruiker.
4. 5. 1. 2
Inkomende oproep met CDE-overflow
Indien in het geval van een CDE-overflow wordt de oproep naar een oproepdistributie-
element gerouteerd als gevolg van de vermeldingen onder (
bezet
of
CDE indien geen
leidingsgegevens hangen af van de nieuwe bestemming:
System functions and features
syd-0677/0.1 – R6.1 – 06.2019
doorgestuurd van
<CNIP B> / <CLIP B>
(doorgestuurd van
=bg) selecteren of de omleidingsgegevens naar de opge-
parameter in de trunkgroep configuratie deacti-
gehoor, de aan de opgeroepen gebruiker verstrekte om-
Identificatie-elementen
wordt weergegeven met CD in plaats van
CFNR
Stuur omlei-
=bg)
=dh) met
CDE indien
en
87