Oproepenregistratie (CL)
korte termijn gewijzigd. Als een CL-uitvoeropdracht wordt gevolgd door een Gebeurte-
nisuitvoeropdracht, dan wordt de nieuwe taak gescheiden door een lijn met sterretjes *.
Als de uitdraai van de nieuwe taak op een nieuwe pagina moet beginnen, dan moet
eerst een handmatige een formulier in de printer worden ingevoerd.
8. 6
Printerstoringen
Als het niet mogelijk is om minstens gedurende een minuut op de printer af te drukken
(bijvoorbeeld papier is op), dan wordt een gebeurtenisbericht op de communicatieser-
ver geactiveerd. Als de onderbreking onmiddellijk kan worden verholpen, dan zijn er
geen verdere gevolgen, omdat de oproepgegevens tijdelijk in een buffer worden opge-
slagen. Nadat een bepaald aantal oproepen (max. aantal oproepgegevensgeheugens
is afhankelijk van het systeem) wordt alarmnummerblokkering geactiveerd (Parameter
Oproepencontrole als buffer vol is
van invloed op alle gebruikers in het hele systeem, met uitzondering van de telefonis-
tenconsoles. Deze functie beperkt de kies-opties in het geval van een printerprobleem.
Zodra de storing is verholpen, wordt normale nummerblokkering weer ingeschakeld.
Tab. 83
Bufferen wanneer uitvoer wordt geblokkeerd
Bellen
Oproepgegevens
1
Er wordt een overeenkomstig gebeurtenisbericht gegenereerd
.
ICL-data wordt gebufferd
.
OCL-data wordt gebufferd
.
50%
.
OCL-data wordt gebufferd
.
ICL-data wordt niet meer gebufferd
.
.
max.
max. +1
Alarmnummerblokkering ingeschakeld
.
.
.
Opmerking:
De communicatieserver kan alleen printerstoringen detecteren als de printer wordt gebruikt met
RTS / CTS DSR / DTR-flow-control (hardware-handshakemodus).
Tip:
Het aantal
Oproepenregistratie-records in de buffer
302
(
=b4) weergave. De alarmnummerblokkering is
kan worden gezien in de status (
=ag).
System functions and features
syd-0677/0.1 – R6.1 – 06.2019