9. 6. 2
Kiezen op naam
In plaats van het telefoonnummer van gebruiker B in te voeren, kan gebruiker A de
naam van gebruiker B kiezen. De communicatieserver ondersteunt "Kiezen op naam"
en "Kiezen met snelkeuze". Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van de systeemtele-
foons voor meer informatie.
Fig. 210
Kiezen op naam
Eindpunt
Reikwijdte
A
Vereiste:
De naam moet worden opgeslagen op de communicatieserver van de beller: in de verkort-kiezen-
lijst, in het telefoonboek, in de UG-configuratie of in de gebruikersconfiguratie.
B
Mogelijke interfaces:
• Gebruiker: intern, extern, PISN
• Gebruikersgroep (UG)
Tip:
De naam van een PISN-gebruiker kan worden geconfigureerd in een PINX-gebruikersconfigu-
ratie, mits de gebruiker volledig wordt ingevoerd (zie "Nummerschema", pagina 52).
Systeemconfiguratie
Tab. 191
Kiezen op naam: Systeemconfiguratie
Parameter
Naam
Tip:
Een externe directory kan ook met het communicatiesysteem worden verbonden via OIP. Om
door de directory te bladeren, moet u het kiezen op naam starten met de 0-toets of de *-toets.
9. 6. 3
Einde-selectiesignaal
De invoer van een extern nummer kan worden voltooid met het teken #. De communi-
catieserver (of netwerk) interpreteert dit als het einde van de selectie en schakelt met-
een weer door.
System functions and features
syd-0677/0.1 – R6.1 – 06.2019
Parameter
Naam in het gebruikersconfiguratie (
Naam in de verkorte-kiescontacten in het openbare telefoonboek (
Naam met de PISN-gebruikers (
Naam in de gebruikersgroepconfiguratie (
=th)
=gv)
=2t)
Features
=th)
415