Point-to-multipointverbinding met communicatieserver
Als een communicatieserver via point-to-multipoint wordt verbonden, dan moet voor
elk MSN-nummer een snelkiesnummer worden aangemaakt, met alle cijfers van het
MSN-nummer.
MSN 1: 653 12 33
MSN 2: 653 12 34
MSN 3: 653 13 45
NT1:
Netwerkaansluiting
MSN: Meervoudig Abonneenummer
U/T:
ISDN-referentiepunt
DSI
Digitale gebruiker-netwerkinterfaces
FXS:
Analoge aansluitingsinterface
Fig. 4
Basissnelheidinterface in point-to-multipointconfiguratie, met ééncijferig snelkiezen en paral-
lelle verbinding
Combinaties zijn ook mogelijk in het geval van meerdere lijnen, b.v. één lijn in point-to-
multipointconfiguratie en de resterende blijven in point-to-pointconfiguratie.
Opmerking:
Als aansluitingen (bijvoorbeeld MSN1) parallel op de BRI-T-interface worden aangesloten, dan
moet "
Conflictdetectie" worden geactiveerd als de communicatieserver en de aansluiting
elkaar beïnvloeden. Dit geldt ook in gevallen waarin analoge aansluitingen worden gebruikt op
NT1.
System functions and features
syd-0677/0.1 – R6.1 – 06.2019
NT1
U
BRI-T
Systeeminterfaces
MSN 1
MSN 2 -> 34
DSI
MSN 3 -> 45
FXS
Communica-
Fax
tion server
34
45
23