Voorbeeld: Hotline op lift-telefoon
Schakelpositie 1: 11, schakelpositie 2: 175 en schakelpositie 3: 0118.
Opmerking: In dit geval is het handig om een speciale alarmnummerbestemming te
maken, om er drie bestemmingsnummers aan toe te wijzen en dit onder de aanslui-
tingsgegevens op te slaan. De door het hele systeem heem geconfigureerde alarm-
nummerbestemming, waarvoor andere bestemmingsnummers kunnen worden opge-
slagen, kunnen vervolgens door "gewone" gebruikers worden gebruikt.
Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk:
In een AIN kunnen de knooppunten zich in verschillende landen bevinden, wat betekent dat het
zinvol is om in het nummerschema het alarmnummer in te voeren dat normaal gesproken in elk
land wordt gebruikt. Afhankelijk van de schakelpositie van de geconfigureerde schakelgroep
wordt vervolgens telkens wanneer het alarmnummer wordt gekozen, het bijbehorende bestem-
mingsnummer gekozen.
Als de knooppunten zich in hetzelfde land maar in verschillende regio's bevinden, dan kunnen
afzonderlijke alarmnummerbestemmingen worden gedefinieerd voor het alarmeren van de
plaatselijke hulpdiensten. Deze bestemmingen moeten dan overeenkomstig worden toegewe-
zen in de knooppuntenconfiguratie.
Aansluiting-gerelateerde respons:
Het volgende is van toepassing mits geen alarmnummerbestemming is geconfigureerd op de
corresponderende aansluiting:
– Vaste telefoons en virtuele aansluitingen gebruik de alarmbestemming toegewezen aan het
knooppunt.
– Draadloze telefoons gebruiken de alarmbestemming van het knooppunt waar de telefoon
zich op dit moment bevindt.
– IP-systeemtelefoons gebruiken de alarmnummerbestemming toegewezen aan de Master.
9. 7. 6. 2
Noodondersteuningsdienst
Als een noodoproep wordt gedaan naar een van de openbare alarmnummers, voegt
de communicatieserver aanvullende informatie toe aan de oproep over de geografi-
sche locatie van de beller, zodat de provider de oproep naar de juiste PSAP kan route-
ren (Openbare-veiligheidsantwoordpunt). Afhankelijk van het land en de provider, wor-
den niet alle soorten netwerkinterfaces (SIP, ISDN, analoog) ondersteund.
Een noodoproep maken
Algemeen gedrag van het systeem:
• Een gebruiker kiest een nummer dat is opgeslagen in de lijst met openbare alarm-
nummers.
• Het systeem detecteert dat een noodoproep wordt gedaan door het gekozen num-
mer te vergelijken met de geconfigureerde lijst met openbare alarmnummers.
System functions and features
syd-0677/0.1 – R6.1 – 06.2019
Features
489