• Een interne gebruiker kan worden toegewezen aan de deurbelinvoer voor elke posi-
tie van de toegewezen schakelgroep (bijvoorbeeld dag, nacht en weekend).
• De gekozen bestemming is afhankelijk van de positie van schakelgroep 1 als er
geen andere schakelgroep is toegewezen aan de stuuringang van de optieskaart.
Tab. 304 Deurbel op de optieskaart: Systeemconfiguratie
Parameter
Deurintercom
Deurbel wanneer het deurintercomsysteem wordt aangesloten via een analoge
aansluitingspoort
• De bestemming wordt rechtstreeks geconfigureerd in de verbonden TFE.
• Als de gekozen bestemming afhangt van de positie van een schakelgroep, dan
moet een CDE-telefoonnummer worden ingevoerd in de TFE.
Functie bij kengetalkiezen
Gebruiker bellen: via de deurbel.
Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk:
In een AIN mogen de geconfigureerde bestemmingen zich niet op hetzelfde knooppunt bevin-
den als de verbonden deurintercom.
Verwijzing naar Andere Functies
"Deur openen", pagina 505
"Kies deurintercom", pagina 507
9. 7. 13. 2
Deur openen
Deze functie stuurt de deuropener van een deur aan.
Als de TFE via een optieskaart is verbonden, dan wordt gedurende drie seconden een
relais dat de deur opent geactiveerd.
Als het deurintercomsysteem via een analoge eindpoort is verbonden, dan wordt de
corresponderende analoge poort opgeroepen. Wanneer de oproep wordt beantwoord
door de TFE, dan worden de geconfigureerde DTMF-tekens automatisch verzonden
om de deur te openen.
System functions and features
syd-0677/0.1 – R6.1 – 06.2019
Opmerkingen
Configuratiediensten
Features
505