Routeringselementen
voor moeten de netwerkinterfaces van de exchangelijnen van een lijngroep worden
toegewezen aan dezelfde trunkgroep (zie Fig. 51).
Een lijngroep kan bestaan uit basistoegangen, primairesnelheidstoegangen of indivi-
duele B-kanaalgroepen van primairesnelheidstoegangen (ook gecombineerd).
Fig. 51
Een lijngroep opnieuw creëren in de communicatieserver
5. 2. 2
Routeringsfuncties van de Trunkgroep voor Inko-
mende Oproepen
De volgende inkomende routeringsfuncties worden toegewezen aan de trunkgroep:
• Het beperken van het aantal gelijktijdig inkomende oproepen per trunkgroep
• Een oproep routeren naar een van de volgende elementen:
– Snelkiesschema (zie pagina 125)
– Oproepdistributie-element (zie pagina 128)
– Bestemming van het interne nummerschema (zie pagina 186)
• Aanpassing van de nummerschema-ID van een inkomende oproep
Het beperken van het Aantal Gelijktijdig Inkomende Oproepen per Trunkgroep
Als de ingestelde grenswaarde wordt bereikt (de
pen
instelling), dan worden er geen oproepen meer gerouteerd via de trunkgroep. Dit
wordt aan de beller gesignaleerd door middel van de congestietoon.
Na de initialisatie wordt de grenswaarde ingesteld op circa 80% van de beschikbare B-
kanalen.
116
Line
group
Communication
server
Trunk
group 1
Trunk
group 2
Maximumaantal inkomende oproe-
System functions and features
syd-0677/0.1 – R6.1 – 06.2019