9. 2. 9
De functies bedienen op de aansluiting
9. 2. 9. 1
Functieactivatie
Met systeemtelefoons en Mitel SIP-telefoons kunnen functies worden bediend op de
volgende manieren:
• Menu-ondersteund met Foxkey/Softkeys
• Via functietoetsen
• Met */#- functiecode (niet alle functies zijn beschikbaar)
• Met achtervoegsel-gekozen cijfers, in een specifieke verbindingsstatus (b.v. achter-
voegsel-kiescijfer 2 schakelt heen en weer tussen twee verbindingen). Hiervoor
moet de DTMF-modus op de systeemtelefoon niet worden geactiveerd.
Met in de handel verkrijgbare systeemaansluitingen van andere fabrikanten kunnen
functies op de volgende manieren worden gebruikt:
• SIP-aansluiting
– Per Softkeys of voorgedefinieerde toetsen voor bepaalde elementaire telefonie-
functies zoals Wisselgesprek, Conferentie, etc. (afhankelijk van het type tele-
foon)
– Met */#- functiecode (niet alle functies zijn beschikbaar)
• ISDN-aansluitingen:
– Via het menu voor ISDN-services die worden ondersteund door het systeem op
de S-bus volgens ETSI
– Met */#- functiecode (niet alle functies zijn beschikbaar)
• Analoge aansluitingen: Met */#- functie code of controltoets (niet alle functies zijn
beschikbaar)
De standaard modus voor DTMF wijzigen
Een aantal functies kunnen worden bediend in achtervoegsel-kiezen (b.v. voor voic-
emailsysteem) door het intoetsen van DTMF-kiessignalen. Hiervoor moet de aanslui-
ting in DTMF-modus worden geschakeld (Transparante Modus) Dit kan worden uitge-
voerd met een lange klik op de *-toets of met de Foxkey/Softkey (afhankelijk van het
type telefoon).
De systeemtelefoons schakelen standaard automatisch over naar DTMF-modus nadat
de verbinding is ingesteld. Deze instelling kan per telefoon via de Foxkey/Softkeys
worden gewijzigd of voor de terminalinstellingen met parameter
System functions and features
syd-0677/0.1 – R6.1 – 06.2019
Features
DTMF-automatisch.
349