Nummerschema
Het Nummer van een PISN-gebruiker Volledig invoeren
Een compleet PISN-gebruikersnummer identificeert ondubbelzinnig een gebruiker bij
een andere PINX of een virtuele gebruiker.
Elk ondubbelzinnig nummer van een PISN-gebruiker kan een naam toegewezen krij-
gen in de gebruikersconfiguratie. Dit maakt het volgende mogelijk:
• dat deze gebruikers kunnen worden gebeld door de naam in te voeren in plaats van
het nummer (kiezen op naam)
• dat de naam van een virtuele PISN-gebruiker wordt weergegeven (CNIP)
Het invoeren van Jokertekens voor een Groep PISN-gebruikers
Een nummer met jokertekens identificeert een groep PISN gebruikers (Fig. 24, PINX
1). Dit kunnen zijn:
• de interne gebruikers van één of meer PINXen
• de PISN-gebruikers van een andere regio
het jokerteken wordt ingevoerd als hoofdletters (bijv. 21X).
Deze wijze van invoeren van PISN-gebruikers helpt bij het verminderen van het aantal
vermeldingen. Bovendien hoeven niet alle wijzigingen aan de interne gebruikers van
een PINX te worden bijgewerkt in de andere PINXen. Noch de telefoonnummers, noch
de namen van de individuele gebruikers in de groep worden echter opgeslagen in een
telefoonboek (het is niet mogelijk om het nummer uit een telefoonboek op te halen,
noch is het mogelijk om op naam te kiezen, behalve als het nummer en de naam ook
lokaal opgeslagen zijn in een privételefoonboek).
Tip:
Het is raadzaam om PISN-gebruikers eerst met jokertekens in een eerste fase in te voeren,
zodat het nummerschema snel en transparant beschikbaar wordt in het hele PISN en ook al
operationeel wordt.
Alle PISN-gebruikers die beschikbaar moeten zijn via kiezen op naam kunnen vervolgens in
een later stadium afzonderlijk worden ingevoerd
Het invoeren van een regionaal kengetal
Als een persoon of een groepsvermelding tot een andere PISN-regio behoort, dan
moet de invoer voor de PISN-gebruiker worden voorafgegaan door het regionale ken-
getal.
66
System functions and features
syd-0677/0.1 – R6.1 – 06.2019