Features
heeft geconfigureerd en de schakelaars deze functie daadwerkelijk ondersteunen.
Als de terminal de locatie-id heeft ontvangen, dan vult de terminal, indien de Mitel
SIP-terminals de eerder geconfigureerde openbare alarmnummers herkennen, de
door het LLDP-protocol ontvangen noodlocatie-id in het INVITE-bericht dat naar de
communicatieserver wordt verzonden. Als de LLDP-ondersteuning niet werkt, dan
werkt een Mitel SIP-telefoon precies zoals de IP-telefoons.
• Standaard SIP-terminals
Standaard SIP-terminals worden behandeld als IP-telefoons.
• Analoog, DSI- en ISDN-terminals
Elke terminal wordt met fixsnoeren aangesloten op het systeem. Uiteraard staan de
meeste van deze terminals vrij dicht in de buurt van de communicatieserver waar-
mee ze zijn verbonden en kunnen daarom dezelfde locatie-id delen. Daarom moe-
ten deze configureerbaar zijn met slechts één vermelding van de locatie-id in het
AIN knooppunt (of standalone systeem). Er zijn echter uitzonderingen, vooral als de
nauwkeurigheid belangrijk is. Voor dergelijke terminals moet de locatie-id individu-
eel worden geconfigureerd.
• Systeem DECT terminals
Systeem DECT terminals kunnen roamen tussen gebouwen en zelfs locaties. De
communicatieserver kan bepalen over welke Systeem DECT radio-unit de oproep
operationeel is. Daarom moet elke radio-unit de mogelijkheid hebben om een loca-
tie-id te hebben, die zal worden gebruikt in het geval dat er een noodoproep wordt
gedaan. Als alle radio-units op dezelfde locatie worden geïnstalleerd, dan hoeft er
niets te worden geconfigureerd, omdat teruggevallen kan worden op het AIN knoop-
punt.
• SIP-DECT terminals
De communicatieserver kan het IP-adres van de SIP DECT-radio-unit bepalen. Met
het gevonden IP-adres, wordt de IP-opzoektabel geraadpleegd. Het is niet mogelijk
om een locatie-id toe te wijzen aan een SIP DECT-radio-unit zoals het geval is voor
Systeem DECT radio-units.
• Mobiele telefoons met MMC en andere geïntegreerde mobiele/externe telefoons
Mobiele telefoons MMC en andere geïntegreerde mobiele/externe telefoons zijn uit-
gesloten van locatie-id. Momenteel is er geen manier om de plaats daarvan te be-
palen. Voor deze terminal types moet geen locatie-id worden gestuurd. Eigenlijk
moet de applicatie op deze terminals de noodoproep detecteren en de mobiele oor-
spronkelijk telefoonapplicatie gebruiken om de noodoproep te doen en daarom de
communicatieserver helemaal niet gebruiken. De locatie wordt dan bepaald door de
mobiel-antennes.
• VPN-aangesloten terminals
Alle terminals die aan de andere kant van een VPN-tunnel zijn aangesloten, mogen
geen locatie-id verzenden, zelfs geen gebruik maken van die van het stan-
daardsysteem. In het algemeen zou dit gelden voor terminals die als nomadisch
492
System functions and features
syd-0677/0.1 – R6.1 – 06.2019