Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

New Holland T6.120 Gebruikershandleiding pagina 64

Inhoudsopgave

Advertenties

Sectie 4.5.1
► Werken met voorlader (risico van vallende objecten)
1.
Gevaren in samenhang met het werken met een frontlader zijn toegelicht op pagina 2-14 en volgende.
2.
Wanneer u een voorlader monteert, dient u naast de informatie uit deze handleiding ook altijd de handleiding van
de fabrikant van de aanhanger en de aanbevelingen te raadplegen. Bevestigingspunten op uw tractor, alsmede
de maten en soorten bevestigingsmiddelen die gebruikt moeten worden, zijn beschreven op pagina 10-5
3.
Tractoren die zijn uitgerust met programmeerbare hydraulische sequensfuncties, moeten informatie geven over
hoe het hydraulisch systeem van de lader zo moet worden aangesloten dat deze functie niet gebruikt kan wor-
den. Zie pagina 6-89 en de volgende.
Sectie 4.5.2
► Werken in een bosbouwomgeving (gevaar van vallende en/of penetrerende voorwerpen)
WAARSCHUWING
Voorkom letsel!
Uw machine is NIET TOEGERUST VOOR BOSBOUWTOEPASSINGEN (zwaar of licht). Vraag uw dea-
ler of er een specifieke gecertificeerde bosbouwkit voor uw machine bestaat die op uw machine kan
worden aangebracht.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
1.
Als een landbouwtractor in een bosbouwtoepassing wordt gebruikt, dient met de volgende gevaren rekening te
worden gehouden:
A. Omvallende bomen, met name wanneer op de achterzijde van de tractor een kraan voor bomen is gemon-
teerd.
B. Voorwerpen die in de bestuurdersruimte binnendringen, met name wanneer op de achterzijde van de tractor
een windas is gemonteerd.
2.
Een gecertificeerde bosbouwset zou alle hierboven beschreven risico's moeten dekken, en met name bescher-
ming moeten bieden tegen omvallende bomen door middel van roosters voor de cabinedeuren, het dak en
de ruiten, alsmede de noodzakelijke bescherming tegen vallende voorwerpen (zie punt 4.1.(O) hierboven voor
meer informatie over het FOPS-niveau)
Sectie 4.5.3
► Werken met de gewassproeimachines, gemonteerd of getrokken (risico van gevaarlijke stoffen)
De conform categorie 1 gecertificeerde cabine biedt geen volledige bescherming tegen stof, aerosolen en dam-
pen. De conform categorie 2 gecertificeerde cabine beschermt tegen stof, maar biedt slechts gedeeltelijke
bescherming tegen aerosolen en dampen. Zie de instructies van de leverancier van de chemische stof (bijv.
pesticiden, fungiciden, herbiciden, enz.), alsmede de instructies van de fabrikant van de sproeimachine. Er
moeten persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's) worden gebruikt wanneer deze instructies dat voorschrij-
ven, ook wanneer u zich bevindt in de cabine, en wanneer u zich bevindt op het platform van een tractor zonder
cabine. Hoewel het luchttoevoersysteem geen volledige bescherming kan bieden, kan gedeeltelijke bescher-
ming worden verkregen door enkele basisregels op te volgen.
Zie pagina 2-17 voor nadere informatie.
WAARSCHUWING
Gevaar van inhalering! Risico voor bestuurder en omstanders.
Zie voor bescherming tegen gevaarlijk stof, gevaarlijke aërosolen en gevaarlijke dampen de in-
structies van de leverancier van de betreffende chemicaliën, de fabrikant van de sproeimachine
en de basisregels in deze handleiding.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
2-28
W1088A
W0043A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

T6.140T6.150T6.160T6.155T6.165T6.175

Inhoudsopgave